Cultuur & boeken

Biograaf Dane: Van de Hulst was geen wereldvreemde schoolmeester

Het beeld dat W. G. van de Hulst een wereldvreemde schoolmeester was helpt hij graag de wereld uit. Onderwijshistoricus dr. Jacques Dane wil in zijn biografie over de kinderboekenschrijver gaan laten zien dat ”W. G.” niet alleen een kinderboekenschrijver maar ook een onderwijsvernieuwer was.

Gertrude de Wildt-Brouwer

26 September 2013 19:19Gewijzigd op 15 November 2020 06:03
Jacques Dane. Foto Nationaal Onderwijsmuseum
Jacques Dane. Foto Nationaal Onderwijsmuseum

Tijdens de W. G. van de Hulstdag afgelopen zaterdag in Utrecht maakte de Stichting W. G. van de Hulst bekend dat Dane werkt aan een biografie over de schrijvende schoolmeester. De stichting kwam Dane op het spoor toen hij in de jaren negentig verschillende artikelen over Van de Hulst schreef. Dane: „Dit voorjaar vroegen dochter Rose Marijne van de Hulst en Arie Doeser, de voorzitter van de stichting, of ik de biografie wilde schrijven. Ik voel me er enorm mee vereerd, want Van de Hulst heeft mijn grote interesse.”

Voor Dane betekent het schrijven van de biografie een verdieping van zijn Groningse promotieonderzoek. Dat ging over ”De vrucht van Bijbelsche opvoeding”, en kwam uit in 1996. Dane onderzocht de vraag welke opvoedingsboodschappen er zijn verwerkt in christelijke lectuur zoals kinderboeken, het gezinstijdschrift De Spiegel en Bijbelse brochures.

In die periode, van 1880 tot 1940, werden ook al kinderboeken van W. G. van de Hulst uitgegeven. Hoe werden zijn boeken ontvangen?

„Alle recensenten uit de protestantse zuil waren het erover eens dat hij een bijzonder goede schrijver was. Over zijn schrijfstijl waren vaklezers, zoals predikanten en schoolmeesters, verrast. Die was heel vernieuwend doordat de schrijver zo dicht bij het kind stond.

Toch waren er op theologisch gebied nog wel wat vragen. In de recensies lees je soms dat zijn boeken afgeraden worden voor de kerstboekenuitreiking van de zondagsschool. Daarvoor waren ze te weinig evangeliserend. Soms waren recensenten kritisch over de manier waarop gebeden werd, en of er ”God” of ”Heere God” stond. In een andere recensie 
las ik dat Van de Hulst verrukkelijk schrijft, maar, schreef de recensent: „We eten ook niet elke dag gebak, zelfs niet uit de allerfijnste zaak.” Wat er dan op duidde dat het in kinderboeken niet alleen om een mooie schrijfstijl ging.”

In reformatorische gezinnen wordt nog steeds voorgelezen uit Van de Hulst. Denkt u dat de receptie nu anders is dan in de periode die u hebt onderzocht?

„Ik denk dat kinderen zijn boeken nog altijd heel leuk vinden om te lezen. Dat geldt zeker voor de deeltjes uit de serie ”Voor onze kleinen”. Zijn historische romans, zoals ”Van Hollandse jongens in de Franse tijd” zijn wel ingewikkeld voor hedendaagse lezers. Maar de theologische scherpslijperij die ik in de recensies van toen tegenkwam zul je nu waarschijnlijk niet zo snel meer horen.”

Van de Hulst schreef mooie kinderboeken, maar is zijn werk van literaire betekenis?

„Het is interessant dat juist schrijvers als ’t Hart en Wolkers, die in hun romans een heel negatief beeld van het protestantisme geven, Van de Hulst een belangrijke inspiratiebron noemen. Hij heeft iets in hen wakker gemaakt. Ze blijven hem vaak positief waarderen, als een goede schrijver uit hun kindertijd. Waar dat door komt, daar ben ik echt nieuwsgierig naar. Voor mijn biografie wil ik ook schrijvers van nu vragen wat de invloed van Van de Hulst was op hun werk.”

Bent u als hoofd collectie en onderzoek van het Onderwijs­museum vooral geïnteresseerd 
in zijn onderwijshistorische 
betekenis?

„Ja en nee. Het beeld dat Van de Hulst een wat bescheiden Utrechtse schoolmeester was die in z’n vrije tijd kinderboeken schreef, is niet helemaal juist. Na het avondeten werkte hij van halfzes tot een uur of één ’s nachts aan diverse soorten boeken. Daar waren kinderboeken bij, maar ook schoolboeken. Heel veel leerlingen zijn opgegroeid met de vernieuwende geschiedenismethode ”Toen en nu”, die van 1923 tot in de jaren zeventig werd gebruikt. Dat heeft ongetwijfeld een grote invloed gehad.”

Waar doelt u dan op?

„Van de Hulst bracht de reform­pedagogiek binnen de protestants-christelijke zuil. Hij had kritiek op de botte negentiende-eeuwse wijze van kennisoverdracht, juist ook in het geschiedenisonderwijs: jaartallen stampen en feiten opdreunen. Dit paste niet bij Van de Hulst. Hij vertelde geschiedenis liever in mooie, spannende en ontroerende verhalen die beklijven. Dat zie je in de methode ”Toen en nu”. Een belangrijke inspiratiebron voor hem was de pedagoog Jan Ligthart, een van de schrijvers van ”Ot en Sien” en de man achter het bekende leesplankje ”Aap-Noot-Mies”.”

Hoe gaf Van de Hulst lucht aan deze ideeën?

„Van de Hulst schreef artikelen over pedagogiek in bijvoorbeeld het onderwijzerstijdschrift Onze vacature, zodat zijn ideeën breder werden uitgedragen. Maar hij liet ook op andere plaatsen zijn invloed gelden, bijvoorbeeld in de Jeugdcommissie van het Nederlands Bijbelgenootschap. Hij gaf vaak lezingen, in allerlei uithoeken van het land.”

Over W. G. van de Hulst is al heel veel bekend.

„Nee, ik denk dat we nog maar een kwart weten. Bij uitgeverij Callenbach ligt veel correspondentie, en ook bij uitgeverij Wolters. De familie Van de Hulst heeft een archief en ook van de scholen waar hij gewerkt heeft zijn archieven bewaard gebleven. Ik wil graag spreken met mensen die de schrijver zelf nog gekend hebben. Er is heel veel materiaal voorhanden om van Van de Hulst weer een mens van vlees en bloed te maken.

In mijn onderzoek wil ik ook zijn verhalen analyseren: Welke opvoedkundige houding ligt eraan ten grondslag? En wat ik ook graag wil onderzoeken: Hoe dacht hij nu echt over God? Ik denk dat we met dit onderzoek niet alleen meer te weten komen over Van de Hulst, maar ook over de geschiedenis van het protestantisme.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer