Kerkelijk overleg wezenlijk voor verbreiding en opbouw gemeente
In alle christelijke gereformeerde kerken werd vorige week zondag een folder uitgereikt waarin uitleg werd gegeven over de generale synode die onlangs begon. Een uitstekende actie waardoor gemeenteleden mee kunnen leven en mee kunnen bidden. Een synode is voor een groeiend aantal gemeenteleden een onbekend fenomeen –niet alleen in de Christelijke Gereformeerde Kerken– en dat maakt zo’n folder nuttig.
Vaak is naar het zogeheten apostelconvent –zoals daarover in Handelingen 15 geschreven wordt– verwezen als een soort prototype van een synode. Dat dit niet helemaal klopt, wordt bevestigd door Dietrich-Alex Koch in zijn ”Geschichte des Urchristentums”, waarin hij de geschiedenis van het christendom tot ongeveer 150 na Christus beschrijft. Het ging niet om een vergadering van afgevaardigden van kerken en ook daarom is het begrip ”convent” in strijd met de tijdrekening.
Toch is er volgens Koch wel degelijk een overeenkomst met een synode, want in Handelingen 15 gaat het wel om overleg over een theologische kwestie met als doel de kerkelijke gemeenschap te bewaren. Ook op andere plaatsen in zijn boek maakt Koch duidelijk hoe wezenlijk overleg van kerken en personen was voor de verbreiding en opbouw van de gemeente van Christus. Die verbreiding zorgde ook voor een verdere organisatie van de kerk, en zo ontstonden in de eerste eeuwen concilies waar geestelijke leidslieden en andere theologen samenkwamen om over het wel en wee van de kerk te spreken en vooral om de Bijbelse leer vast te leggen en te verdedigen.
De invloedrijkste ambtsdrager van destijds is Augustinus (354-430). De studies over zijn leven en werk blijven verschijnen. Daartoe behoort de bundel opstellen van Hermann Josef Sieben, een van de bekendste en meest geleerde kenners van de conciliegeschiedenis. In dit boek speelt de invloed die Augustinus onderging van concilies vóór hem een grote rol, evenals de invloed die hijzelf op latere concilies uitoefende. Daarmee is Augustinus ook voor vandaag een voorbeeld van hoe synodes mensen beïnvloeden, maar ook hoe een mens zelf invloed op een synode kan uitoefenen. Augustinus bleef ook als bisschop vooral pastor, en zijn dienende houding bij kerkelijke vergadering zoals Sieben die beschrijft, kan ieder synodelid en elk kerkmens tot stimulans zijn.
Lutherbiografie
Luther moest van concilies, synodes en kerkrecht niet veel hebben. Tenminste, die indruk kan ontstaan bij wie het verslag leest van het gebeuren op 10 december 1520 in Wittenberg. De bekende historicus Heinz Schilling schreef een nieuwe Lutherbiografie, en dat met het oog op het aanstaande jubileum van de Reformatie. Natuurlijk, er bestaan al honderden van dit soort biografieën, maar die van Schilling verwerkt het nieuwste onderzoek en zet Luther op fascinerende wijze in het raam van zijn tijd.
Daar hoort ook het wegvallen van de kerkrechtelijke orde bij. Op genoemde datum steken een aantal theologen en hun studenten een vuur aan buiten de poort van Wittenberg en daar wordt de geldende rooms-katholieke kerkorde verbrand. Schilling beschrijft treffend hoe Luther het vuur nadert en de aan hem gerichte banbul in de vlammen gooit. Weg met het heersende kerkelijke systeem. Weg met de kerkorde.
Echter, Luther is niet tegen kerkrecht en welke bijdrage hij aan de hervorming van het kerkrecht leverde, wordt wel duidelijk uit de grondige studies van Martin Heckel waarvan het vierde deel verscheen. Heckel laat vanuit Luthers werken zien dat de reformator heel goed wist wat de Schrift over deze dingen zegt en dat hij wist dat die in de kerk goed georganiseerd moeten worden, opdat het Evangelie doorwerking kan hebben. Zijn moeite met het bestaande kerkrecht was echter dat het Evangelie achter de regels verdwenen was en dat de Bijbelse basis van de bepalingen niet terug te vinden was. Zijn gedachte was niet: weg met kerkrecht, maar: ook kerkrecht moet terug naar de bron.
Concilie van Trente
Een kerkelijke vergadering die net als de CGK-synode in de komende maanden persaandacht zal krijgen, is het concilie van Trente. De afsluiting van dit zeer invloedrijke gebeuren vond plaats in december 1563, 450 jaar geleden. Aan dit jubileum worden in het najaar conferenties gewijd in onder andere Freiburg, Leuven en Utrecht. Wie over de opzet, het verloop en het resultaat van het zogeheten Tridentinum geïnformeerd wil worden, kan daarvoor goed terecht in het tweedelige ”Arbeitsbuch Theologiegeschichte”. Hier worden de belangrijkste personen en ontwikkelingen in de geschiedenis van de theologie beschreven en daar hoort zeker het concilie bij.
De verwachting is dat het moderamen van de CGK-synode de boel niet zo uit de hand laat lopen als de concilievaders van destijds, want die begonnen in 1545 en sloten het geheel pas in 1563 af. Wat de CGK-broeders wel mogen hopen is dat hun concilie net zo effectief zal blijken als dat van Trente. De besluiten van 1563 hebben gezorgd voor een dusdanige reformatie van de kerk van Rome, dat die kerk in feite weer een duidelijk gezicht kreeg, parochies en kloosters weer tot leven kwamen en geestelijken en leden weer kennis kregen van waar het in hun kerk nu eigenlijk om ging.
Een van de middelen die daartoe gebruikt werden, was de kerkvisitatie. Hoe dat in z’n werk ging, is te lezen in de protocollen die de bisschoppen Arresdorf en Hartmann opstelden tijdens hun visitaties in de jaren 1613-1616 aan de parochies in het bisdom Münster. Het zijn beknopte verslagen waarin te lezen is hoe beide bisschoppen zich op de hoogte stelden van leer en leven van elke pastoor, van elke gemeente, maar ook van de toestand van elke kerkgebouw, het liturgisch gerei en de financiën. En als het op een van die punten niet in orde was, werden er maatregelen genomen op grond van de bevoegdheid die de bisschoppen hadden. Nu zijn de CGK-synode en het concilie van Trente niet in alles vergelijkbaar, maar dat plaatselijke kerken ook vandaag wel enige sturing en vorming kunnen gebruiken, is geen geheim. De folder van afgelopen zondag is wat dat aangaat al een stap in de goede richting.
”Geschichte des Urchristentums”, Dietrich-Alex Koch; uitg. Vandenhoeck & Ruprecht, Göttingen; ISBN 978 35 2552 199 1; 668 blz.; € 79,99; ”Augustinus. Studien zu Werk und Wirkgeschichte”, Hermann Josef Sieben; uitg. Aschendorff, Münster; ISBN 978 34 0216 058 9; 496 blz.; € 66,-; ”Martin Luther. Rebell in einer Zeit der Umbrüche”, Heinz Schilling; uitg. C. H. Beck, München; ISBN 978 3 406 63741 4; 720 blz.; geb., € 29,95; ”Gesammelte Schriften Band VI”, Martin Heckel; uitg. Mohr Siebeck, Tübingen; ISBN 978 31 6152 468 4; 756 blz.; € 84,-; ”Arbeitsbuch Theologiegeschichte”, Gregor Maria Hoff en Ulrich H. J. Körtner; uitg. Kohlhammer, Stuttgart; ISBN 978 31 7019 113 6; 380 blz.; € 27,90 (band 1) en ISBN 978 31 7019 114 3, 416 blz.; € 34,90 (band 2); ”Katholische Reform im Fürstbistum Münster unter Ferdinand von Bayern”, Heinrich Lackmann en Tobias Schrörs (Bearb.); uitg. Aschendorff, Münster; ISBN 978 34 0215 495 3; 450 blz.; € 59,-.