WRR: Meer taken voor toezichthouders
DEN HAAG. De signalerende en agenderende functie van toezichthouders verdient versterking. Elke rijkstoezichthouder moet jaarlijks een rapport uitbrengen waarin de kansen en bedreigingen staan voor de sector waar hij toezicht houdt.
Dat adviseert de Wetensschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in het rapport ”Toezien op publieke belangen”, dat maandagmiddag is overhandigd aan minister Blok voor Wonen en Rijksdienst.
Toezichthouders moeten volgens de raad geen verlengde arm van bewindslieden zijn, maar „terugpraten.” Zij moeten kansen en bedreigingen in hun domein scherp in de gaten houden en daarover terugkoppelen naar parlement, bestuur en samenleving. Dat moet ook gebeuren als de adviezen onwelgevallig zijn voor de overheid of voor het veld.
De WRR vindt dat bij toezicht de behartiging van publieke belangen centraler moet staan. Daarom moeten toezichthouders zich niet beperken tot puur nalevingstoezicht van de regels die zij moeten controleren. Ze moeten meer oog krijgen voor risico’s die niet door wet- en regelgeving afgedekt worden.
De nieuwe benadering moet een eind maken aan de altijddurende discussie over meer vraag naar controle als ergens misstanden zijn gesignaleerd en de vraag naar minder controle als in sectoren geen misstanden zijn.
De overheid houdt onder meer toezicht op gezondheidszorg, onderwijs, voedselvoorziening, arbeidsomstandigheden, mededinging en de financiële sector.