De Duitse economie doet het de laatste jaren beter dan de Nederlandse. De export van onze oosterbuur profiteert ook meer dan de Nederlandse van opkomende, snel groeiende economieën zoals China.

Zo is de Duitse industrie de laatste jaren steeds meer onderdelen gaan importeren, maar het aandeel van Nederlandse producten in deze import is constant gebleven. Het aandeel van China en enkele Midden-Europese landen is wel gestegen.

Dat de Nederlandse economie het slechter doet komt vooral door de voortdurende krimp van de consumptie door huishoudens. De afgelopen paar jaren heeft dat een rem gezet op de economische groei. In België en Duitsland is de situatie anders. Daar stijgen de inkomens en geven consumenten ook nog steeds meer uit.

Sinds het uitbreken van de kredietcrisis in 2008 tot en met 2012 is de consumptie door huishoudens in ons land met 4,4 procent gekrompen. In dezelfde periode groeide deze in België met 3,2 procent en in Duitsland met 4,3 procent.

Nederlandse huishoudens zagen hun reëel beschikbaar inkomen in deze periode met 3,8 procent afnemen, terwijl de Belgische en Duitse inkomens er met 1,5 procent en 1,6 procent nog licht op vooruitgingen.