Natuurbeheerders willen ‘mooie’ dijkverhoging
MILLINGEN (ANP). Op veel plekken langs de grote rivieren is nog ruimte om het achterland beter tegen hoogwater te beschermen, zonder daarvoor alleen maar dijken steeds verder te verzwaren en te verhogen. Langs de Waal, de drukst bevaren rivier van Europa, kan bijvoorbeeld de helft van de noodzakelijke ruimte voor de rivier worden gehaald uit herinrichting van de uiterwaarden.
Dat stelt Smart Rivers, een maandag opgericht samenwerkingsverband van vijf natuurbeheerders en het ministerie van Economische Zaken. Smart Rivers pleit ervoor maximale veiligheid te behalen door ‘het DNA van de rivier’ te volgen. Dat wil zeggen dat per dijkvak wordt gekeken naar een optimale mix van rivierverruiming, dijkverhoging, dijkverlegging en natuurbeheer.
Veel wetenschappers verwachten dat het water in de grote rivieren in deze eeuw hoger dan ooit kan stijgen door klimaatverandering. Om overstromingen en dijkdoorbraken te voorkomen, is het nodig om Rijn, Waal, IJssel en Maas meer ruimte te geven. Waterbeheerders zijn daar op tientallen plekken in het land al mee bezig, maar dat is niet voldoende. Bovendien is vorig najaar uit een onderzoek van zeven waterschappen gebleken dat zeker 500 kilometer rivierdijk niet stabiel genoeg is, doordat kwelwater het dijklichaam uitholt. Een nieuwe ronde dijkverzwaring staat voor de deur.
Smart Rivers wil voorkomen dat het „zeer gewaardeerde, karakteristieke Nederlandse rivierenlandschap” achter steeds hogere en zwaardere dijken verdwijnt. „Hoogwaterbestrijding kan hand in hand gaan met het winnen van zand en grind, economische ontwikkeling van de streek en natuurwaarden”, meent het platform. In de Millingerwaard bij Nijmegen is door die werkwijze in de afgelopen 20 jaar een zeer populair toeristengebied met unieke flora en fauna ontstaan.
Het platform heeft voor elke rivier tot in detail laten doorrekenen welke waterstandsdaling met welke maatregelen kan worden bereikt. In Smart Rivers zijn Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, het Bosschap, het Wereld Natuur Fonds en ARK Natuurontwikkeling verenigd.