De versobering van de bapo maakt deel uit van het nationaal onderwijsakkoord dat minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker, beiden van Onderwijs, maandag overeenkwamen met werkgevers en werknemers in het onderwijs.

Leraren kunnen nu vanaf hun 52e gebruik maken van de bapo en werken dan een dag minder. Op hun 55e kunnen ze anderhalve dag minder gaan werken. De regeling drukt zwaar op de begrotingen van scholen. Enkele procenten van het budget voor salarissen gaan daaraan op. Leraren die gebruikmaken van de regeling leveren een klein deel van hun salaris in; de school betaalt de rest.

De versobering van de bapo betekent niet dat de huidige bapo-gebruikers weer extra les moeten geven. De betrokken leerkrachten moeten wel op school aanwezig zijn en vooral jonge leerkrachten begeleiden. Onderdeel uit het nationaal onderwijsakkoord is ook dat jonge docenten meer kansen krijgen. Zij kunnen nu lastig aan een baan komen.

Hoe de regeling eruit komt te zien, is nu nog niet bekend. Dat maakt het kabinet op Prinsjesdag bekend.

De versobering van de seniorenregeling biedt scholen meer financiële ruimte. Dat is een van de redenen waarom er de komende jaren ruimte ontstaat voor salarisverhoging van onderwijsgevenden. De achterliggende jaren zijn de salarissen in het onderwijs niet gestegen.