Advocaten Libiër hebben „nieuw bewijs”
De advocaten van de Libiër die vorig jaar tot levenslang werd veroordeeld voor de aanslag op een PanAm-vliegtuig boven het Schotse Lockerbie, willen graag nieuw bewijsmateriaal naar voren brengen. Ze hebben daarvoor woensdag aan het speciale Schotse hof toestemming gevraagd.
Volgens de verdedigers van Abdel Basset Ali al-Megrahi kunnen zij gerechtelijke dwalingen aantonen, maar waarnemers achten die kans gering. Het hoger beroep dient voor vijf prominente Schotse rechters onder voorzitterschap van Lord Cullen.
Al-Megrahi werd op 31 januari 2001 veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf voor de bomaanslag op een PanAm-Boeing waarbij in 1988 270 mensen om het leven kwamen. Een medeverdachte van Al-Megrahi werd vorig jaar vrijgesproken van betrokkenheid bij de aanslag. Volgens advocaat William Taylor was het bewijs vorig jaar absoluut onvoldoende om tot de veroordeling te komen.
Taylor zei op de eerste zitting van het hoger beroep dat hij een getuige wilde horen over een incident op de Londense luchthaven Heathrow. De verklaring zal volgens Taylor de conclusie onderuithalen dat Al-Megrahi de bom in een koffer had geplaatst die via Malta en Frankfurt aan boord van de PanAm-Boeing van Londen naar New York werd gesmokkeld.
Taylor vocht ook de waarde aan van het bewijsmateriaal op grond waarvan de drie Schotse rechters tot die conclusie kwamen. Volgens een hoogleraar in de rechten van de universiteit van Glasgow, John Grant, is de kans echter zeer klein dat Taylor het vonnis onderuit kan halen, juist omdat drie rechters dat hebben onderschreven. „Je kunt je moeilijk voorstellen dat drie ervaren rechters zich zo sterk zouden kunnen vergissen”, zei hij.
Aanklager Alan Turnbull zei dat de feiten op grond waarvan Al-Megrahi hoger beroep aantekent, ontoereikend zijn om de veroordeling nietig te laten verklaren. En voordat er nieuwe getuigen kunnen worden gehoord, moet de verdediging de rechters eerst overtuigen van het belang van wat die getuigen te zeggen hebben en uitleggen waarom zij nu pas worden voorgedragen.
Taylor wil met name het getuigenis aanvechten van Toni Gauci, een winkelier op Malta die Al-Megrahi heeft aangewezen als degene die bij hem kleding heeft gekocht die in Lockerbie tussen de wrakstukken is gevonden. De kleding zou zijn gebruikt om de bom in te wikkelen voordat die in de koffer werd geplaatst.
De getuige die Taylor wil horen. is een veiligheidsbeambte van de Londense luchthaven Heathrow die heeft verklaard dat in de twee uur dat het PanAm-toestel daar heeft gestaan voordat het over Schotland naar de Verenigde Staten zou vliegen, het slot was geforceerd van een deur naar de ruimte waar de bagage stond opgeslagen. De bewaker kwam pas met zijn verhaal naar buiten nadat er al vonnis was geveld over Al-Megrahi.
Buiten de rechtszaal demonstreerden woensdag familieleden van Al-Megrahi die de rechtbank opriepen „de waarheid te onthullen.” Zijn kinderen hielden teksten op waarin zij medeleven betuigden met de slachtoffers en hun vader karakteriseerden als een goedaardige man.
Al-Megrahi was in de jaren tachtig werkzaam op het kantoor van de Libische luchtvaartmaatschappij op Malta. Vanaf dat eiland is volgens de drie Schotse rechters de bom verstuurd. De rechters concludeerden dat onder meer Al-Megrahi’s handelwijze en functie (geheim agent) aantonen dat hij verantwoordelijk is geweest. Een tweede verdachte, de eveneens op Malta werkzame Libiër Al-Amin Fhimah, werd vrijgesproken.
Het proces heeft plaats op basis van internationale afspraken op een stukje Utrechtse Heuvelrug bij Soesterberg, dat tijdelijk tot Schots grondgebied is verklaard.
Taylor zette woensdag uiteen dat „geen enkele jury redelijkerwijs al-Megrahi schuldig zou hebben bevonden.” Schotland heeft juryrechtspraak, maar om praktische redenen is daar in het Lockerbie-proces in Kamp Zeist van afgezien. Taylor stelt nu dat de drie rechters in hun nevenfunctie als jury hebben gefaald.
Taylor is begonnen met lange uiteenzettingen over de rol van de jury en van de rechters. Zijn boodschap is dat onder normale omstandigheden in een Schotse rechtbank het oordeel over Al-Megrahi beslist „niet schuldig” was geweest.
Taylor beklemtoonde dat de drie rechters in januari 2001 hun vonnis hebben toegelicht en hebben aangegeven welk bewijsmateriaal hen had overtuigd. Zo kan in deze zaak in hoger beroep het vonnis aan die punten worden getoetst en volgens Taylor naderhand vernietigd.
Hij richt zich onder meer op de winkelier die getuigde kleding aan Al-Megrahi te hebben verkocht in het Maltese plaatsje Sliema. Deze kledingstukken zijn tussen de wrakstukken in Lockerbie gevonden. De rechters hebben volgens Taylor ten onrechte aangenomen dat de Maltese winkelier Al-Megrahi inderdaad als de koper heeft herkend. Op basis van „vage herinneringen van de winkelier” is volgens Taylor ook ten onrechte aangenomen dat de koop van de kleding op een bepaalde datum zou zijn geschied.
De nieuwe getuige die Taylor naar voren wil schuiven, is Ray Manly, een beveiligingsbeambte van vliegveld Heathrow. Hij heeft destijds de politie ingelicht over een inbraak in het bagagedepot van het vliegveld, kort voor de bomaanslag op 21 december 1988.
Manly’s verklaring heeft door nog onopgehelderde omstandigheden nooit zijn weg gevonden naar de aanklagers of de verdedigers in de Lockerbie-zaak. De vorig jaar weer opgedoken verklaring en Manly als getuige, moeten volgens Taylor nieuw bewijs leveren voor wat de verdedigers van Al-Megrahi altijd al hebben gesteld: De bom is niet, zoals de rechters concludeerden, vanuit Malta aan boord van het noodlottige toestel gekomen, maar is hoogstwaarschijnlijk elders aan boord gebracht.