Rosse nachtmerrie
Nederland huisvest 187 miljoen pornosites. Hon-derd-ze-ven-en-tach-tig-mil-joen. Dat zijn er 11 per inwoner. Een kwart van alle pornosites wereldwijd. Het was een onthutsend berichtje dat echter weinig opzien baarde. Deze krant was de uitzondering.
Stel dat er in Nederland een vereniging was die zich sterk zou maken voor een bordeel in iedere woonwijk, omdat dit zou behoren tot het fundamentele recht op genot dat alle Nederlanders hebben. Dat zou natuurlijk bizar zijn. Maar hoe vreemd is het eigenlijk in een land waar overspelsites en pedoverenigingen floreren zonder dat ze een strobreed in de weg wordt gelegd, en waar onlangs de discussie gestart werd over legalisatie van het groepshuwelijk als ‘logisch’ vervolg op het homohuwelijk?
Stel dus dat die vereniging er zou zijn. Dan zou die per direct opgeheven kunnen worden wegens overdonderend succes. In Nederland beschikken we nu immers over meer dan 450.000 virtuele bordelen per gemeente, eenvoudig en met slechts één muisklik bereikbaar voor iedere Nederlander.
Anders gezegd, op iedere vierkante kilometer van ons land bevinden zich gemiddeld ruim 5000 onlinebordelen. In de fysieke wereld zou je Nederland moeten volbouwen met dicht op elkaar gepakte torenflats om ze allemaal te huisvesten. Heel Nederland zou bestaan uit wolkenkrabbers vol hoeren, die allemaal 7 x 24 uur in bedrijf zouden zijn. Een onafzienbare rosse nachtmerrie. Een verzengend inferno.
Stel dat elk van die bordelen één unieke bezoeker per dag zou ontvangen. Dat is een lage schatting, maar laten we dat eens aannemen. Dat zijn dan 68 miljard bezoekjes per jaar. Iedere wereldbewoner –zuigelingen, vrouwen en grijsaards inbegrepen– zou gemiddeld tien keer per jaar een bezoek brengen aan een Nederlands bordeel.
Je zou denken dat het voornoemde bericht tot enige politieke ophef zou hebben geleid. Het is toch niet direct iets om trots op te zijn dat Nederland het wereldwijde seksparadijs blijkt te zijn geworden. Nederland heeft zich geschaard in het rijtje van infameuze landen zoals Colombia, Thailand en El Salvador; wereldwijde leiders in respectievelijk cocaïne, kinderprostitutie en geweld. De Nederlandse politiek maalt er niet om.
Enkele maanden geleden was er wél veel ophef over het feit dat veel buitenlandse bedrijven hun hoofdkantoor administratief vestigen in Nederland. Nederland zou een ”belastingparadijs” zijn geworden voor multinationals. Het was een schande. PvdA-leider Samsom vond het een „misstand” die stap voor stap aangepakt moest worden. Maar Nederland als seksparadijs? Wilders, Pechtold, Samsom of Buma, zwijgen doen ze allemaal.
Vermoedelijk is het nog ”big business” ook. Het is niet eenvoudig vast te stellen om welke bedragen het gaat, maar wie even gaat rekenen komt tot de conclusie dat er in deze schimmige wereld vermoedelijk miljarden omgaan. Om maar niet te spreken van de miljoenen vrouwen die –al dan niet tegen hun wil– misbruikt en onteerd worden.
„Zou het geen idee zijn om porno in Nederland automatisch te blokkeren, in navolging van premier Cameron in Engeland?” vroegen Kamerleden van de ChristenUnie aan minister Opstelten. „Niet nodig”, antwoordde hij, kennelijk vertoevend op een andere planeet. „Ook niet effectief”, voegde hij eraan toe. Hij vergat erbij te zeggen dat dit mede is omdat niet-uitschakelbare internetfilters onlangs in Nederland als enig land ter wereld verboden werden, in de naam van netneutraliteit.
Waar de politiek zich dan wel druk over maakt? Het recente initiatief van de jongeren van GroenLinks is illustratief. Zij willen dat er in de biblebelt meer over seksualiteit gesproken gaat worden. De groene linksen gaan daarom aanstootgevende posters ophangen in plaatsen van christelijke signatuur.
Het geroep van Nederland is groot geworden en de zonden zwaar. We kunnen er niet voor wegvluchten, want waar we ook heen zouden trekken, die 187 miljoen pornosites blijven slechts één muisklik van ons verwijderd. Wie zou niet wenen.
De auteur is directeur van een it-bedrijf. Reageren? gedachtegoed@refdag.nl