De waarde van een mensenleven
Hoe hoog schatten we de waarde van een mensenleven? Het antwoord dat we op die vraag geven, hangt sterk af van het mensenleven in kwestie. Als het om ons eigen leven gaat, hebben we er veel voor over. Maar het leven van een ander kan ons soms beschamend weinig waard zijn.
Met dat laatste werd ik onlangs geconfronteerd toen mij iets overkwam dat niemand zichzelf toewenst: ik reisde met een trein die in een spoortunnel iemand aanreed. ”Aanrijding met een persoon” is de uitdrukking die de NS daarvoor gebruiken in omroepberichten. Ik zat gelukkig achter in de trein, zodat ik pas toen we stilstonden hoorde wat er gebeurd was. Ik sprak later een collega die het meegemaakt had terwijl hij voorin zat, en hij sprak er nog met gedempte stem over.
Wat mij verbijsterde, waren de reacties van de mensen om mij heen. De meest extreme kwam van iemand achter mij, die onmiddellijk begin te telefoneren: „Ja, met mij. Ik ben zeker een uur vertraagd, want een of andere idioot is voor de trein gesprongen. Ik hoop dat ze de rotzooi snel opgeruimd hebben, dan kunnen we tenminste weer verder.”
Ik keek even naar achteren om te zien wie dat gezegd zou hebben. Ik verwachtte iemand te zien met het uiterlijk van zo’n typische zinloosgeweldpleger, een onguur figuur voor wie een mensenleven niet telt. Maar nee, er zaten alleen nette mensen. Niemand van die nette mensen scheen geschokt over het feit dat zojuist iemand het tijdelijke met het eeuwige verwisseld had, en wel op een gruwelijke manier en waarschijnlijk met voorbedachten rade.
Iedereen leek óf het wel grappig te vinden om dit eens mee te maken óf de tenen krom te hebben vanwege de te verwachten vertraging. Voorheen had de uitdrukking ”aanrijding met een persoon” mij erg onpersoonlijk geschenen. Maar nu stak ze in sympathie torenhoog uit boven de reacties van mijn reisgenoten. De term ”persoon” drukt uit dat het ging om een ”iemand”, een individu met familie, kennissen en vrienden, met werk of hobby’s, een karakter, een uiterlijk, een ziel. Niet bepaald ”rotzooi” dus. Hoe hoog schatten we eigenlijk de waarde van een mensenleven?
Tegelijk zijn er allerlei ontwikkelingen die gericht zijn op het verlengen van mensenlevens. Daar hebben we gigantische bedragen voor over, maar dan gaat het ook over ons eigen leven.
Korte mensen
Kunstenaars zijn er goed in om dat soort ontwikkelingen uit te vergroten om de discussie aan te zwengelen. In Museum Boymans Van Beuningen in Rotterdam zag ik kort voor mijn vakantie een tentoonstelling over de gedachte om met genetische manipulatie mensen in de loop van de generaties korter te maken. Dat zou allerlei overlevingsvoordelen hebben. Zo is statistisch vastgesteld dat korte mensen gemiddeld langer leven. Maar ook kan het gebruik van energie en voedsel drastisch dalen wanneer de mens korter wordt.
De kunstenaar ging uit van een toekomstige gemiddelde lengte van 50 centimeter. Het gemiddelde gewicht is dan nog maar 1,7 kilo, zo was berekend. Dat betekent dat een gebraden kip maar liefst 5000 mensen kan voeden en dat we aan 2 procent van het huidige energieverbruik genoeg zouden hebben.
Nu is het leven van een 50 centimeter lange mens niet zonder uitdagingen. We zijn tenslotte niet voor niets in de afgelopen vijftig jaar 10 centimeter langer geworden. Bij lange mensen is de verhouding tussen oppervlakte en inhoud gunstiger voor de energiehuishouding van het lichaam. Het kost dan minder energie om het lichaam op temperatuur te houden. Ook is er de confrontatie met andere dingen die relatief veel groter geworden zijn. Een hagelsteen wordt een regelrechte bedreiging, want hij heeft relatief gezien de afmetingen van een flinke voetbal gekregen.
Of dit verkortingsidee zo geslaagd is, staat dus nog te bezien. Niettemin wordt er volop gewerkt aan het bewerken van ons DNA in de hoop een beter mens te maken. De vraag is dan wat ”beter” is. Langer is blijkbaar niet in alle opzichten beter. Maar korter ook niet. Langer leven wel, ook als dat betekent dat je korter moet worden?
Eeuwig leven
Hoe hoog schatten we de waarde van een mensenleven? Wat is eigenlijk een ”waardevol” leven? Iemand die voor de trein springt, is voor sommigen niet meer dan ”rotzooi”. Het verlengen van ons leven en dat van ons nageslacht mag echter wel wat kosten. Een langer leven is blijkbaar een beter leven. Alleen domme mensen maken zelf een einde aan hun leven, is dan de redenering.
Zouden christenen hier iets over te zeggen kunnen hebben? Voor God was ons leven zo kostbaar dat Hij het leven van Zijn eigen Zoon ervoor overhad. Jezus gooide Zijn leven niet weg, zoals de ”persoon” die voor de trein sprong. Hij gaf het als een offer voor ons mensen, die de dood met kunst en vliegwerk misschien wel uitstellen, maar niet ontkomen kunnen.
Langer leven, en uiteindelijk zelfs eeuwig leven, is zo inderdaad beter. Maar dan wel op een bepaalde manier. Zonder verzoening met God zijn alle pogingen om het leven te verlengen slechts blijken dat wij wel aangelegd waren op leven, en niet op de dood, maar dat we dat leven zelf geen blijvend perspectief kunnen geven. Met die verzoening wordt het antwoord op de vraag naar de waarde van een mensenleven een stuk gemakkelijker te beantwoorden: zo veel als God ervoor overhad, en dat is onvoorstelbaar veel. Als we dat in kerk en samenleving meer zouden beseffen, kon het leven er wel eens anders uit zien. Beter.
De auteur is bijzonder hoogleraar reformatorische wijsbegeerte aan de Technische Universiteit Delft. Reageren? goedbekeken@refdag.nl