„Duurzame Duitsers snijden Nederland pas af”
AMSTERDAM (ANP). De versnelde overstap naar duurzame energie in Duitsland kan het streven van Nederland om meer te investeren in wind, water en zonne-energie ernstig belemmeren. Nederlandse energiebedrijven zullen hierdoor belangrijke inkomsten mislopen, waarschuwt het economisch bureau van ABN Amro dinsdag.
Het komt steeds vaker voor dat er bij onze oosterburen een enorme overcapaciteit is aan windenergie, legt ABN-econoom Hans van Cleef uit. Dit overschot aan stroom wordt tegen sterk gereduceerde tarieven, soms zelfs gratis, op de Nederlandse markt gedumpt. Het gevolg is dat Nederlandse gas- en kolencentrales tijdelijk moeten worden stilgelegd en met financiële tegenslagen te maken krijgen.
Al die goedkope groene stroom uit Duitsland is wel gunstig voor de portemonnee van de Nederlandse consument. „Onze energierekening zal hierdoor waarschijnlijk lager uitpakken”, voorziet Van Cleef. Maar de inkomsten van de energiesector zullen sterk afnemen, juist in een periode waarin grote investeringen moeten worden gedaan om Nederlands eigen stroomvoorzieningen ook groener te maken.
„De import van elektriciteit uit Duitsland neemt alleen maar toe, terwijl de export van Nederlandse stroom naar Duitsland terugloopt”, benadrukt de econoom. Afgelopen halfjaar werd er vanuit Duitsland wel 12.752 gigawattuur (GWH) naar Nederland getransporteerd, tegen 99 GWh andersom. In de eerste helft van 2010 bedroegen deze cijfers nog respectievelijk 4252 GWh en 1555 GWh.
Volgens ABN Amro is het belangrijk dat er na het Nationaal Energieakkoord, dat deze week getekend wordt, ook snel internationale afspraken worden gemaakt over de verduurzaming van energieopwekking in Europa.
Als het in Duitsland weinig waait en de zon niet schijnt, fungeert Nederland immers ook als vangnet voor Duitsland. Omdat er al verschillende kerncentrales zijn gesloten, heeft Duitsland soms tijdelijk een tekort aan stroom en moeten Nederlandse centrales bijspringen. Zolang nationale overheden zich alleen maar focussen op hun eigen energiebeleid zonder goed samen te werken met andere landen, is niemand daarbij gebaat, aldus Van Cleef.