Studentenhotel biedt alternatief voor kamer of kosthuis
Tijdens de rondleiding door het studentenhotel in Amsterdam wijst marketingdirecteur Frank Uffen naar de onderkant van een bed. Daar bevinden zich elektriciteitsaansluitingen. „We weten dat tegenwoordig veel studenten vanuit bed werken. Als hotel zijn we graag bij de tijd.”
Een kolos met negen etages aan de Jan van Galenstraat in Amsterdam, vlak bij de afrit Geuzenveld op de A10. Het gebouw deed vroeger dienst als hoofdkantoor van uitgeverij Elsevier. Totdat het oog van de Schotse zakenman Charlie MacGregor erop viel. Hij liet het strippen en voor 60 miljoen euro verbouwen, met steun van de Rabobank. Nu prijken er grote letters op de gevel: The Student Hotel.
Bij de receptie staat een rijtje studenten om zich in te checken voor een kamer. Frank Uffen wijst om zich heen in de ruime hal. Het meubilair is eigentijds, maar oogt degelijk. „Een bewuste keus”, verduidelijkt hij. „Alle ruimtes in het hotel moeten sfeer en gezelligheid uitstralen. Daarom besteden we veel aandacht aan de inrichting. Designmeubels zijn duur, maar dwingen tot zuinigheid, respect.”
Naast de hal ligt het restaurant. De menukaart is uitgebreid. „Geen spullen uit de frituur, maar gezond eten.” Uffen wijst naar de tafels. „Ze zijn met opzet lang; dat nodigt uit om bij elkaar aan te schuiven. Alles is gericht op de community. Leren en leven schuiven hier in elkaar.”
Of daar in deze individualistische tijd behoefte aan is? De marketingman weet het zeker: „Veel jongeren hebben geen sociaal vangnet meer. Dat bieden wij. In dit hotel ontmoeten ze leeftijdgenoten, studiegenoten, vrienden. In Rotterdam, waar we al een jaar draaien, zien we studenten samen sporten, op vakantie gaan, een appartement zoeken.”
In de fitnessruimte doen studenten oefeningen op een matje. „Niet alleen gym, ook yoga is mogelijk”, verduidelijkt Uffen. De muur aan de overkant ventileert een wijsheid: „Too much ego will kill your talent.” De bibliotheek verderop, bescheiden van omvang maar sfeervol, is leeg. Ook op de gangen is het stil. „De grote drukte moet nog komen”, zegt de marketingdirecteur. „Morgen gaat het hotel officieel pas open.”
Aan een tafel zit Jacques. Gebogen over een boek, laptop naast zich. De 25-jarige Australiër is net klaar met zijn rechtenstudie en heeft een baan als consultant bij een internationale onderneming. Hij verblijft een maand in het hotel om uit te zien naar andere huisvesting. Zijn eerste indruk? „Vriendelijke sfeer, ’t is veilig hier.”
Snufjes
De rondleiding voert naar de kelder. Er staan rijen fietsen in rekken. In zwart-wit. Het hotellogo zit op het frame. „Makkelijk voor de studenten om elkaar te herkennen als ze in de stad zijn.” Uffen wijst naar de wasmachines en -drogers langs de muur. „Je kunt ze reserveren vanaf je hotelkamer. We integreren graag de nieuwste technische snufjes.”
Boven zijn de kamers: ruim 700. „We zijn het grootste hotel van Nederland.” Uffen laat drie kamers zien. Van standaard tot luxe. Alle kamers hebben een bed, kast, bureau met stoel en tv, maar het aantal vierkante meters vloeroppervlak varieert. Sommige badkamers zijn voorzien van een douche, andere van een ligbad. De meest luxe kamers hebben airco.
Op de gang bevindt zich de gezamenlijke keuken. De koelkast biedt ruimte aan spullen van maximaal elf studenten. Een plattegrond aan de binnenkant van de deur maakt helder wie wat waar kwijt kan. De dagelijkse schoonmaak van de keuken is de verantwoordelijkheid van de studenten. Uffen: „Samenleven betekent ook met elkaar de taken verdelen. Eén keer per week komen wij langs voor de grote beurt.”
Het overgrote deel van de kamers is bedoeld voor verhuur op de lange termijn. „Maar we hebben ook een aantal kamers, ongeveer 10 procent van het totaal, dat je per nacht kunt huren”, verduidelijkt Uffen. „Altijd handig voor studenten die kort in ons land verblijven, bijvoorbeeld voor een zomercursus of congres.”
Buiten laadt Dieuwke van der Aa haar spullen uit de auto. De 18-jarige Twentse dame gaat studeren aan de Hogeschool van Amsterdam en heeft een kamer geboekt op de zesde verdieping in het hotel.
„Ik heb lang gezocht naar een gewone kamer, maar het is niet gelukt. Ik ben heel blij dat ik de eerste tien maanden hier terechtkan. Het studentenhotel is supernieuw en groot. Het geeft me een beetje een vakantiegevoel. En iedereen is nieuw hier. Dat vind ik prettig. Ik hoef niet m’n best te doen om ergens tussen te komen.” Ook moeder Miriam is blij. „Geruststellend dat m’n dochter voorlopig hier gaat wonen.”
Studentenhotel alternatief voor kamer of kosthuis
Charlie MacGregor, zoon van een Schotse ondernemer, kwam naar Nederland, raakte verliefd op Amsterdam, maar schrok van de huisvesting van studenten. Dat sommigen zelfs in containerachtige barakken wonen, was voor de vastgoedontwikkelaar onbestaanbaar. Alsof het om illegale Chinezen gaat.
MacGregor stelde zichzelf als missie dat er 5000 nieuwe studentenkamers in de Benelux moeten komen. In Nederland liep hij tegen juridische problemen aan, maar MacGregor vond een creatieve oplossing. Hij startte studentenhuisvesting onder de noemer van een hotel.
Vorig jaar opende het eerste studentenhotel met 252 kamers zijn deuren in de Rotterdamse wijk Kralingen. Morgen volgt Amsterdam (zie hoofdartikel). En daarna moeten er nog tien studentenhotels verrijzen: onder andere in Den Haag (2014) en Utrecht en Eindhoven (2015).
Zakenman MacGregor, die inmiddels tien jaar in Nederland woont, lijkt een gat in de markt te hebben gevonden. De belangstelling voor de studentenhotels is groot. Het hotel in Rotterdam zit voor komend collegejaar vol, dat in Amsterdam voor 80 procent. Afgelopen dagen checkten de eerste deelnemers in.
Het studentenhotel wijkt op een belangrijk punt af van de gangbare formule: het is niet de bedoeling dat de bewoners zich terugtrekken op hun kamer, maar juist een gemeenschap vormen. Het principe, ”shared living”, komt uit Engeland. Daar leven studenten ook samen op de campus van hun college.
MacGregor mikt met zijn „driesterrenhotels”, door hem getypeerd als „superstoer”, op eerstejaarsstudenten, liet hij vorig jaar in een EO-uitzending over het studentenhotel in Rotterdam weten. De studenten, zeker de buitenlandse, kennen vaak de stad niet waar ze gaan studeren. Dan is het zoeken van een kamer of kosthuis lastig
De studenten mogen maximaal tien maanden, oftewel twee semesters, in het hotel wonen. In die tijd kunnen ze omzien naar andere huisvesting. Ook de ouders zijn blij met het studentenhotel, meent de Schotse zakenman. „Hun zoon of dochter start de studie met een gevoel van veiligheid en zekerheid.”
Dat een kamer in het studentenhotel minimaal 595 euro per maand kost, ziet MacGregor niet als een bezwaar. Hij vindt dat zijn initiatief niet vergeleken moet worden met een gewone studentenkamer. „Het hotel biedt veel meer aan luxe en gemeenschappelijke voorzieningen.”
Sceptici vinden dat het studentenhotel alleen interessant is voor jongeren met rijke ouders of een goed betaalde bijbaan. Het huurbedrag per maand kan zelfs oplopen tot 850 euro. Aan de andere kant: hoe langer de student huurt, hoe goedkoper het wordt. En wie minimaal een maand blijft, krijgt een fiets. Met logo van het studentenhotel.