Zzp’er niet korten maar koesteren
De bezuinigingsplannen van het kabinet voor zzp’ers treffen deze groep onevenredig zwaar, betogen Joakim Rottiné en Arne Schaddelee. Zelfstandige ondernemers zijn van grote waarde voor de economie.
De laatste jaren zijn zelfstandige ondernemers (zzp’ers) veelvuldig in het nieuws. Ook recent nog kwamen de zzp’ers ter sprake in politiek en media. Zo had het kabinet aangekondigd om met ingang van 2015 deze groep ondernemers fiscale aftrekposten af te nemen. Vorige week kwamen daar cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) overheen die aantoonden dat de koopkrachtdaling van zzp’ers in 2012 fors hoger lag dan die van de gemiddelde werknemer.
Door het afschaffen van de zelfstandigenaftrek meent de regering een bezuiniging van 500 miljoen euro te kunnen realiseren. Dit plan is mede ingegeven door het geschetste beeld van de zzp’er die fors minder belasting betaalt. Zo zou bij een inkomen van 20.000 euro een zzp’er ongeveer 200 euro belasting betalen en een werknemer ongeveer 3000 euro.
Even los van de vraag of deze berekening juist is, is het een vergelijking tussen appels en peren. De werknemer krijgt immers sociale zekerheid in ruil voor de hogere belastingen. Sociale zekerheid die de zzp’er niet (meer) heeft. Gesteld dat de zzp’er een belastingvoordeel heeft, dan zal hij dit deels moeten aanwenden om zijn eigen sociale zekerheid te regelen. Te denken valt aan het afsluiten van een arbeidsongeschiktheidsverzekering, het opbouwen van buffers voor mindere tijden en het regelen van het pensioen. Ten onrechte gaat het kabinet-Rutte II met deze cijfers aan de haal.
Schijnzelfstandigheid
Het gevolg van deze maatregel is dat veel zelfstandigen hun inkomen nog verder achteruit zien gaan. Verder achteruit, omdat het CBS becijferd heeft dat de koopkracht van zzp’ers in 2012 met 2,7 procent was gedaald, daar waar de gemiddelde werknemer er 1 procent op achteruit was gegaan. Dit signaal alleen al zou de regering ertoe moeten aanzetten om de aangekondigde maatregel per direct te schrappen uit haar begrotingsplannen.
Vanwege de verlammende werking op de economie verzet de RMU zich tegen deze belastingverhogingen. Het extra belasten van zzp’ers is echter niet alleen economisch slecht, het is ook oneerlijk aangezien deze ondernemers met deze fiscale aftrekpost eerder zijn gestimuleerd om voor het ondernemerschap te kiezen.
Bovendien zal deze lastenverzwaring een deel van de zzp’ers keihard raken. Zij zullen vroeg of laat bij de gemeente moeten aankloppen voor een bijstandsuitkering. Globale berekeningen hebben getoond dat de overheid dan per saldo meer geld kwijt is. Al met al lijkt het een onvoldoende doordacht plan, dat bovendien is ingegeven door onjuiste aannames.
Als de regering haar begroting sluitend wil maken, dan zal zij naar onze mening het fenomeen ”schijnzelfstandigheid” verder moeten aanpakken. Bij deze constructie gaan zelfstandige ondernemers voor hun voormalig werkgever aan de slag. Daarbij wordt de voormalige werkgever opdrachtgever en de voormalige werknemer ondernemer. En dan niet voor een paar uur per week, nee, voor een volledige week. Niet voor een paar weken per maand, nee, voor heel het jaar.
Veel werkgevers zullen in dit opzicht de hand in eigen boezem moeten steken. Zij zijn het immers die hun werknemers hebben voorgehouden dat deze constructie voor beide partijen financieel voordeliger uitpakt. Een lucratieve rolverwisseling voor de ex-werkgever: deze hoeft geen premies meer af te dragen. Tegelijk verliest de ex-werknemer zijn sociale zekerheden. Met alle mogelijke vervelende gevolgen van dien.
De overheid zou zich moeten bezinnen op een aanpak van deze schijnzelfstandigheid. De verantwoordelijkheid ligt echter niet alleen bij de werkgevers; ook de zelfstandige moet waken voor deze schijnzelfstandigheid.
Motor
De RMU bepleit een herbezinning op het fenomeen zzp’er. Daarbij zou het accent weer meer moeten liggen op het ondernemerschap. Talloze mensen zien kansen om als ondernemer aan de slag te gaan. Soms zetten ze iets neer wat verrassend en vernieuwend is. Vaak doen ze gewoon hun werk, maar dan net iets beter of met een specialisatie op een bepaald onderdeel. Samen met het midden- en kleinbedrijf en grote ondernemingen vormen zij de motor van de Nederlandse economie.
Het is zaak dat de overheid deze ondernemende zzp’ers blijft zien en stimuleren in hun ondernemerschap. Op het gebied van het verminderen van regeldruk is daarbij nog een wereld te winnen. Geef de zzp’ers de ruimte om te ondernemen. Dit is goed voor hun vertrouwen, maar ook voor de economie.
De auteurs zijn respectievelijk adviseur werkgevers en zelfstandigen en manager communicatie bij de RMU.