Over de vlucht van 2 februari 2010 hadden 141 passagiers een claim ingediend. Dat is volgens EUclaim een uitzonderlijk hoog aantal voor een enkele vlucht, omdat het vliegtuig 265 stoelen telde. De vlucht zou van Amsterdam naar Aruba en Curaçao vliegen, maar 2 uur voor vertrek was er sprake van een technisch mankement.

De rechter was het niet eens met het standpunt van Martinair dat het technische mankement een buitengewone omstandigheid was. De vliegmaatschappij voerde aan dat het onderhoudsschema strikt was nageleefd. De rechter vond niettemin dat het de verantwoordelijkheid van de luchtvaartmaatschappij is om ervoor de zorgen dat de vliegtuigen in orde zijn.

Volgens een EU-verordening kunnen passagiers bij langdurige vertraging op vluchten van of naar een EU-land een schadevergoeding aanvragen tot€ 600 euro per persoon. De luchtvaartmaatschappij moet passagiers compenseren voor het verlies van tijd, tenzij er sprake is van buitengewone omstandigheden en de maatschappij er echt niets aan kon doen.