Commentaar: missie in Kunduz heeft op termijn gering effect
De laatste politietrainers zijn zaterdag teruggekomen uit Kunduz. De veelbesproken missie van Nederlandse manschappen in de Afghaanse provincie is daarmee ten einde. Volgens commandant Brinkman kunnen zijn manschappen trots zijn op hetgeen ze hebben bereikt. Het Afghaanse politie- en justitieapparaat is sterk genoeg om op eigen benen te staan. Maar staan is nog iets anders dan lopen.
De Nederlanders die de laatste twee jaar in Afghanistan hebben gediend, verdienen inderdaad een pluim. Zij hebben een respectabel stukje werk gedaan. Vanwege de Nederlandse politieke situatie was het op eieren lopen omdat zij te allen tijde moesten voorkomen betrokken te raken bij offensieve militaire activiteiten. In een situatie als in Afghanistan waar strijdgroepen en rivaliserende stammen geregeld het land onveilig maken, is dat geen gemakkelijke taak. Terugkijkend kan worden geconstateerd dat de Nederlanders daarin geslaagd zijn.
Evenzo is het positief dat de Nederlandse politiemensen groepen Afghanen inderdaad een opleiding hebben gegeven. Ook dat was niet eenvoudig. Er is weleens lacherig gedaan dat Afghanen geleerd werd te schieten met behulp van houten geweermodellen waarvoor een tienjarige jongen die soldaatje wil spelen, zijn neus ophaalt. Maar feit is wel dat de aspirant-politiemensen in Kunduz de Afghanen een aantal kneepjes van het vak hebben geleerd waar zij in de toekomst hun voordeel mee kunnen doen.
Niet onderschat moet worden hoe moeilijk het is om mensen die gewend zijn te leven volgens het principe van oog om oog en tand om tand, te leren denken dat schuld eerst bewezen moet worden; dat grondig juridisch onderzoek en werken volgens procedures belangrijk zijn voor de handhaving van de rechtsorde. Een dergelijke mentaliteitsverandering vergt veel geduld.
Tegen die achtergrond is het maar de vraag of het verstandig is de missie al na twee jaar te beëindigen. Het ombuigen van gedrags- en denkpatronen is een kwestie van jaren. Het vraagt continu evaluatie en bijsturen. Dat zullen de Afghanen nu zelf moeten doen, en dat is geen eenvoudige opgave. De grote vraag is daarom wat op termijn de effecten van de Nederlandse Kunduzmissie zullen zijn.
De commandant van de missie noemde zaterdag bij zijn terugkomst een aantal voorbeelden waaruit blijkt dat de Afghaanse politiemensen in Kunduz echt wel het nodige hebben geleerd. Dat is positief. Maar het probleem van het land is dat de ontwrichters van de rechtsorde nog steeds meer dan gemiddeld actief zijn. En minstens zo lastig is dat de Afghaanse burger nog steeds weinig vertrouwen heeft in de eigen politie. Dat is ook niet zonder reden. Corruptie, discriminatie van bepaalde groepen en nepotisme, het bevoordelen van eigen familie en vrienden, komen nog altijd in grote mate voor.
De Nederlanders hebben in Kunduz goed werk gedaan. Maar hun aanwezigheid was te kort. De Afghaanse rechtshandhavers kunnen op eigen benen staan. Maar het politie- en justitieapparaat lopen nog niet zoals het hoort.