Dat stelde adjunct-directeur Arthur Schellekens van Jeugdzorg Nederland maandagmorgen desgevraagd naar aanleiding van berichtgeving in De Telegraaf. Het is de bedoeling dat de jeugdzorg, de jeugd-ggz en de zorg voor jongeren met een lichte verstandelijke beperking vanaf 2015 in handen van de gemeenten komen. Nu is de jeugdzorg nog provinciaal geregeld. „In 2018 lopen de bezuinigingen van het Rijk op de zorg voor de jeugd op tot 450 miljoen.”

Brancheorganisatie Jeugdzorg Nederland en haar leden hebben „minimaal een jaar nodig” om de decentralisatie van de jeugdzorg van provincie naar gemeenten goed te stroomlijnen, zegt Schellekens. „Ik vrees dat we dat jaar niet krijgen.”

Hij bepleit een „meerjarig overgangsregime” vanaf 2015. „Grote instellingen hebben de tijd nodig om af te bouwen. Als grote jeugdzorginstellingen het in één keer met een kwart minder budget moeten doen, zullen er instellingen failliet gaan. Dat brengt veel kosten met zich mee, zoals de kosten van sociale plannen en wachtgeldregelingen. Het betekent dat gebouwen leeg komen te staan. Vastgoed dat in deze tijd moeilijk te verkopen valt. Dat kost ook veel geld.”

In een recente brandbrief aan de Tweede Kamer verwees onder meer Jeugdzorg Nederland naar een onderzoek waaruit blijkt dat in de jeugdzorgbranche tussen de 20 en de 30 procent van de werknemers zijn baan kwijtraakt.

„Wij pleiten ervoor de huidige, goed opgeleide werknemers in te blijven zetten voor het bieden van jeugdhulp. In het belang van kinderen en hun ouders die gebaat zijn bij continuïteit en kwaliteit. In het belang van de werknemers die aan het werk willen blijven. In het algemeen belang om onnodige werkloosheid en de daarmee gemoeide kosten te voorkomen.”

Schellekens benadrukt dat Jeugdzorg Nederland er op zich voorstander van is dat de jeugdzorg per 2015 wordt overgeheveld naar gemeenten. „Het is een goede zaak dat de jeugdzorg dicht in de buurt komt van bijvoorbeeld scholen, gezinnen en sportclubs.”

Woordvoerder Ruben van Dorssen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zei vanmorgen dat het veranderingsproces in de jeugdzorg „heel zorgvuldig” wordt vormgegeven.

In oktober moeten er afspraken worden gemaakt tussen gemeenten en zorgaanbieders, die ervoor moeten zorgen dat „er geen kinderen en gezinnen tussen wal en schip terechtkomen. Die afspraken worden beoordeeld door een onafhankelijke commissie onder leiding van Leonard Geluk”, aldus de woordvoerder.