Commentaar: Kandidatuur SGP-vrouw dreigt partij opnieuw te verdelen
Al is het sinds 16 maart mogelijk dat vrouwen op de kieslijst van de SGP komen, het besluit van de 40-jarige Lilian Janse om zich kandidaat te stellen voor het lijsttrekkerschap bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 is opzienbarend. Maandag moet de kiesvereniging in Vlissingen besluiten of ze inderdaad op de nummer 1 van de plaatselijke lijst komt. Deze Vlissingse gaat de geschiedenisboeken in, schreef een landelijke krant donderdagmorgen. Zij is de eerste SGP-vrouw die gebruikmaakt van haar passief kiesrecht.
Wat men ook van deze kandidatuur vindt, feit is dat er formeel niets tegen in valt te brengen. Het is de logische consequentie van het besluit dat de SGP op 16 maart nam. Tot die tijd verboden de partijregels dat vrouwen zich kandidaat stellen bij verkiezingen. Na een jarenlange juridische strijd werd de partij gedwongen deze regels te laten varen. Met een grote meerderheid aanvaardden de partijleden in maart het voorstel van het partijbestuur dat het vrouw-zijn voortaan geen rol meer mag spelen bij het samenstellen van de kandidatenlijst. Dat Janse dus gebruikmaakt van die mogelijkheid, kan niemand haar op formele gronden kwalijk nemen.
De Vlissingse zegt nadrukkelijk dat ze met haar stap „geen lange neus” naar het partijbestuur wil trekken. Daarmee distantieert ze zich van feministen die de achterliggende jaren druk van buitenaf op de partij hebben uitgeoefend.
Toch zal lang niet iedereen haar stap waarderen, ook niet degenen die in maart instemden met het voorstel om het algemene partijreglement aan te passen. In het beginselprogramma van de partij staat immers nog steeds dat het dragen van politieke verantwoordelijkheid de vrouw niet toekomt. Dat is nog steeds een belangrijke grondgedachte binnen de partij. Ook voor Janse zal dit een lastig punt blijven. Zij stelt zich kandidaat voor een partij die het ideaal heeft dat vrouwen niet actief deelnemen in politieke organen. Het is een spannende vraag hoe de Vlissingse deze discrepantie tussen haar eigen kandidatuur en het partijbeginsel met elkaar in overeenstemming denkt te brengen.
Bij een toelichting op het partijbesluit in maart sprak het partijbestuur de verwachting uit dat er niet zo snel een SGP-vrouw zou zijn die een plaats op de kieslijst begeerde. Dat is niet uitgekomen. Opvallend is daarbij ook dat de kandidatuur al binnen een halfjaar een feit is. Dat zal de eenheid binnen de partij niet bevorderen, vooral ook omdat er na de stevige discussies in de aanloop naar het partijbesluit van maart behoefte is aan rust, zodat bezeerde plekken kunnen genezen.
Het gevaar is dat er binnen de SGP opnieuw heftige discussies ontstaan over de politieke participatie van vrouwen. Dat is het laatste waar de partij op zit te wachten. Na het jarenlange debat over het vrouwenstandpunt is de SGP juist gebaat bij rust op dit punt. Voor- en tegenstanders van de kandidatuur van vrouwen doen er verstandig aan zich niet opnieuw te laten meeslepen in verhitte debatten. Dat schaadt de eenheid en dus ook de slagkracht van de partij.