Commentaar: Andere taal van Iran is beslist welkom
Eindelijk goed nieuws uit Iran. Het land wil zich tegenover de rest van de wereld iets diplomatieker gaan opstellen. Dat heeft een belangrijke adviseur van de Iraanse regering gezegd. De nieuwe president, Rohani, ziet in dat hij een „andere taal” moet spreken dan zijn voorganger Ahmedinejad.
Nu was het ook nauwelijks mogelijk minder diplomatiek dan Ahmedinejad te zijn. Deze man was een ongekende houwdegen. Het is niet overdreven om te zeggen dat slechts weinig leiders hun land zo veel kwaad hebben aangedaan als hij. Bij herhaling provoceerde hij de wereld door de massamoord op de Joden in de Tweede Wereldoorlog een leugen te noemen. Bovendien eiste hij de vernietiging van Israël. Hij was een antisemiet van het (on)zuiverste water.
Dat er nu een ander geluid uit Teheran komt, is daarom beslist een opluchting. In heel wat hoofdsteden –in het Midden-Oosten zowel als het Westen– is jarenlang gehoopt dat de opvolger van de president een andere toon zal kiezen. Machtswisselingen zijn soms een doeltreffend middel om zaken vlot te trekken die anders muurvast zouden zijn blijven zitten.
Dat het gesprek over Iran –en het kernprogramma– weer op gang komt, is weinig minder dan zeer noodzakelijk. Al meer dan tien jaar zijn de verhoudingen tussen Iran en het Westen zeer gespannen. Vrij kort na de Amerikaanse inval in Irak in 2003 gingen er geruchten dat er ook een invasie in Iran ophanden zou zijn. Daar is het nooit van gekomen, maar uitgesloten is het nooit. De Amerikaanse regering geeft hierbij het standaardantwoord dat „alle opties op tafel” liggen.
Al die jaren is ook gezegd dat de tijd voor diplomatieke oplossingen bijna voorbij is. Hoe serieus je dat moet nemen, is natuurlijk de vraag. Dat neemt niet weg dat militairen in de VS en ook Israël al die tijd serieus over een inval in Iran hebben gesproken.
Even opvallend in de woorden van de Iraanse regeringsadviseur is trouwens dat hij niets zegt over een inhoudelijke wijziging. Het blijft dus de vraag wat die „andere taal” zal betekenen. Is dat alleen een andere toon, of zijn dat ook andere woorden? Als de nieuwe president in iets nettere woorden toch dezelfde antisemitische taal als zijn voorganger blijft uitslaan, zal de relatie met de internationale gemeenschap niet verbeteren.
Wat moet er dan veranderen? Het meest dringende punt is dat het land VN-inspecteurs moet toelaten tot de nucleaire installaties. Als blijkt dat het land de kerntechnologie toch niet uitsluitend voor burgerdoelen gebruikt, moet Teheran ook bereid zijn op dit punt in te binden. Verder is het noodzakelijk dat Iran zijn steun aan gevaarlijke islamitische groepen –zoals Hezbollah en Hamas– stopt.
De kunst van de diplomatie staat niet altijd hoog aangeschreven. Velen benoemen deze maar al te graag als oeverloos geklets waarin met mooie woorden gemene spelletjes worden gespeeld.
Misschien is dit allemaal waar. Maar in het geval van Iran lijkt het diplomatieke gesprek de enige manier om een oorlog uit te stellen en misschien te voorkomen. Dat redt levens. We zijn daarom benieuwd wat Rohani met de andere taal wil zeggen.