Commentaar: Verplicht zorgen voor oma
De Goudse zorgorganisatie Vierstroom gaat er bij familie en vrienden op aandringen dat ze een bijdrage leveren aan de verzorging van opa of oma die opgenomen is in een van hun zorginstellingen. Van kinderen wordt gevraagd vier uur per maand bij te springen. Ook een zorgkoepel in Vlaardingen probeert dat te bereiken. Er wordt gesproken van een omslag in de zorg.
Juridisch hebben de instellingen geen poot om op te staan. Zij kunnen familieleden hier niet wettelijk toe verplichten. Maar het ontbreken van wettelijke voorschriften sluit het uitoefenen van lichte morele druk niet uit.
Met deze maatregel wil de organisatie het leven van bewoners veraangenamen. Als gevolg van bezuinigingen zijn de professionele werkers in de tehuizen druk met de primaire zorg, verpleging en behandeling. Zij hebben geen tijd om even extra aandacht te geven aan de bewoners, terwijl dat juist het leven van deze mensen een stuk aangenamer maakt. Niet vreemd dus dat tehuizen een beroep doen op familie.
Gelukkig zijn er altijd al familieleden geweest die wekelijks of zelfs dagelijks op bezoek gaan en niet te beroerd zijn om even te helpen als dat nodig is. Maar het feit dat de tehuizen nu een minimumverplichting willen gaan hanteren, geeft wel aan dat er op dit terrein nog stappen gezet moeten worden.
De zorgkoepel in Gouda zet deze stap niet alleen omdat de bezuinigingen in de zorgsector gaan doorwerken. Er is ook sprake van onevenwichtigheid in de hulp die kinderen geven. De ene bewoner krijgt bijna dagelijks bezoek en extra aandacht van de familie; de ander soms slechts één keer in de zes weken.
Nog steeds zijn er mensen die het niet alleen een geruststellend, maar ook wel makkelijk vinden dat hun oude vader of moeder een plaats heeft gekregen in een tehuis. Het verlost hen van de dagelijkse zorg en zij hebben er minimaal omkijken naar. Het is juist deze groep voor wie het nuttig is te worden gewezen op zijn morele plicht. Hun ouders hebben in hun jeugd veel zorg aan hen gegeven. Het zou niet meer dan vanzelfsprekend moeten zijn dat zij nu, binnen de grenzen van hun mogelijkheden, het maximale doen om hun ouders een goede oude dag te geven. Zeer regelmatige aandacht en hulp waar gewenst zou geen opgave moeten zijn. Eigenlijk moet de verplichting die de Goudse tehuizen willen opleggen overbodig zijn.
Tegelijk moeten de tehuizen die familie meer willen inschakelen, beseffen dat dit soms ook een gedragsverandering van de professionals vraagt. Die hebben weleens de neiging hun eigen koers te varen zonder al te veel rekening te houden met hetgeen familieleden willen of zeggen. Daarbij vergeten ze soms dat een zoon of dochter die soms al heel lang voor vader of moeder heeft gezorgd door de ervaring min of meer ook professional is geworden.
Zorgen voor een ouder die is opgenomen in een tehuis is een taak die professionels en familie samen moeten doen. Die gezamenlijke hulp vraagt van beide partijen wel toewijding en vooral over en weer respect voor elkaar. Als daar sprake van is, biedt het Goudse plan optimale zorg voor bewoners.