Bezoekers Anne Frank Huis: Dit nooit weer
Een jong Joods meisje duikt in de oorlog onder. Anne Frank. Bezoekers drommen nu samen voor haar schuilplaats op de Prinsengracht in Amsterdam. Over één ding zijn ze het eens: „Dit nooit weer.” Zes portretten van willekeurige bezoekers.
Anne Frank verslaat haar tienduizenden. Het Anne Frank Huis in Amsterdam trekt elk jaar meer dan 1 miljoen bezoekers. Het aantal stijgt nog steeds. Sinds 1960 hebben 27.364.000 mensen een kijkje genomen in het historische grachtenpand.
Het Anne Frank Huis vertelt een verhaal. Hier komen de belevenissen van het gezin Frank, dat in juli 1942 besluit onder te duiken, tot leven. Een boekenkast verbergt de schuilplaats in het achterhuis van nummer 263.
Ruim twee jaar lang weet het Joodse gezin zich te verbergen. Anne legt haar ervaringen, haar angst, haar onmacht vast in een dagboek. Op 4 augustus 1944 doet de Grüne Polizei een inval en voert de acht onderduikers af via Westerbork en Auschwitz-Birkenau naar Bergen-Belsen. Daar overlijdt Anne in maart 1945, waarschijnlijk aan de gevolgen van vlektyfus.
In het achterhuis vertellen de smalle trappen, de donkere boekenkast en de geblindeerde ramen elk hun eigen deel van de geschiedenis. Maar ook de handgeschreven bladzijden van het dagboek, de foto’s van de onderduikers, de filmfragmenten van de vernietiging van miljoenen Joden.
Het Anne Frank Huis, een museum met een verhaal. Bezoekers komen het grachtenpand anders uit dan ze erin zijn gegaan. Vaak in stilte. Soms in tranen.
Johan (39), Geke (36), Corine (11), Hanna (10), Debora (6) van der Horst, Kampen
De Museumjaarkaart van de familie Van der Horst uit Kampen maakt overuren. Het Anne Frank Huis staat op het lijstje, evenals NEMO en het Rijksmuseum. En misschien het Bijbels Museum.
„Indrukwekkend”, zegt Geke na het bezoek aan het Anne Frank Huis. „Het is zo triest wat er met de Joden in de oorlog is gebeurd. Ik voel me erg verbonden met hen. Het blijft je achtervolgen dat zij geen recht op leven hadden.”
„Vrijheid is niet vanzelfsprekend”, vult Johan aan. „We hebben veel gebed nodig dat dit nooit weer gebeurt.” Geke is er niet gerust op. „De ruimte voor reformatorische christenen om te leven zoals God het van hen vraagt, wordt steeds kleiner in Nederland. Het wordt voor ons hier ook benauwd.” Johan, nuancerend: „De situatie is natuurlijk niet te vergelijken.” Geke: „Nee, maar wie weet, misschien over 30, 40 jaar wel.”
Een bezoek aan zo’n beladen museum misstaat op een vrolijke, zonnige zomerdag absoluut niet, vinden ze. „Het is goed om ook in de vakantie bezinnend bezig te zijn. Dat kan op een ontspannen manier.” Het gezin heeft er twee uur voor in de rij moeten staan. „Dat hebben we er best voor over.”
De les van het Anne Frank Huis is voor Johan dat de gebeurtenissen in de oorlog „nooit weer” mogen plaatsvinden. „Toch gebeurt in Syrië op dit moment hetzelfde. Mensen worden gedood om wie ze zijn. Verschrikkelijk.”
Veel indruk in het museum maken de filmbeelden van de concentratiekampen. „Ook het achterhuis, waar de onderduikers zich zó stil moesten houden. Dat moet bijna onmogelijk zijn geweest.”
Ook een interview op video met vader Frank na de oorlog raakt hen. „Otto Frank had een heel goede band met zijn dochter. Toch is hij verrast door de diepe gedachten in haar dagboek. Hij constateert dat hij haar uiteindelijk toch minder goed kende dan gedacht. Voor mij is de les: We moeten nóg meer aandacht aan onze kinderen besteden.”
De vernietiging van 6 miljoen Joden roept indringende vragen op over de zin van het lijden. „Het heeft niet letterlijk zin gehad”, denkt Johan. „Het kan mensen wel stil zetten”, zegt Geke. Ze wijst erop dat het volk van Israël telkens werd verdrukt op het moment dat het God verliet. Eén ding staat voor hen als een paal boven water: „Het is niet Gods schuld wat hier is gebeurd, het is onze schuld. Wij mensen hebben onze eigen zin gedaan.” Ze kunnen zich voorstellen dat mensen door ‘Auschwitz’ hun geloof verliezen. „Het is moeilijk uit te leggen. Maar het kan ook dichter bij God brengen. Als je ziet dat Hij, ondanks alles, toch voor Zijn kinderen zorgt.”
Diana Coenen (31), Maxine Soons (31) en Maarten Lamberck (12), Maastricht
Diana, Maxine en Maarten uit Maastricht maken een uitstapje naar Amsterdam. Mét een bezoek aan het Anne Frank Huis. „Niet omdat het zo gezellig is, maar omdat het waardevol is”, zegt Maxine. „Het is vreselijk wat hier gebeurd is”, vult Diana aan, „maar je wilt het toch met eigen ogen zien. Je kunt wel een boek lezen, maar het museum laat veel indringender zien hoe de onderduikers hebben geleefd, in duisternis, in stilte.”
De meeste indruk op de Limburgers maakte een foto van Otto Frank op zolder, net na de oorlog. „Hij staat daar heel bedenkelijk te kijken. Helemaal alleen, zonder vrouw, zonder kinderen. Heel zielig. Aangrijpend.”
Het Anne Frank Huis zet het drietal stil. „Oorlog is zo vreselijk”, verklaart Diana. „Vaak moeten er eerst verschrikkelijke dingen gebeuren om ons ergens van te doordringen”, vindt Maxine.
Maarten: „Goed om hier rond te kijken. Iedereen is anders. Mensen moeten elkaar accepteren zoals ze zijn. Er wordt al zo veel gediscrimineerd.”
Renate Fennema (38), Sellingen, Groningen
De familie Fennema uit Sellingen doet een dagje Amsterdam. Anne Frank Huis, rondvaartboot, shoppen. „De kinderen wilden graag naar het Anne Frank Huis”, legt Renate uit. „Het is goed om te zien wat er zich hier in de oorlog heeft afgespeeld.”
Zo’n 22 jaar geleden was ze ook in het Anne Frank Huis. „Veel is weggezakt, ik herken het niet meer. Het blijft indrukwekkend. Het laat iets blijvends na”, zegt de Groningse. Vooral het achterhuis spreekt tot haar verbeelding. „Je merkt een groot verschil tussen voor- en achterhuis. In het achterhuis hangt een andere geur, bedompt. Een beetje beklemmend.”
De les van ‘Anne Frank’ is voor haar dat „zoiets nooit meer mag gebeuren.” Resoluut: „Aan mij zal het niet liggen.” Ze wijst er echter op dat de gebeurtenissen altijd weer kunnen plaatsvinden. „Er lopen zo veel gekken rond. Kijk naar het Journaal. In Syrië worden mensen gewoon afgemaakt.”
Mark (38) en Julia (12) McKenna, Indiana, Verenigde Staten
Mark en Julia McKenna uit de VS zijn op vakantie in Europa. Julia is „verbijsterd” over het Anne Frank Huis. „Bijna niet te geloven.”
Zestien jaar geleden bracht Mark ook een bezoek aan het museum, toen zonder kinderen. „Ik kan me nu nog beter de angst van vader Frank inleven.” De betekenis van Anne Frank voor de geschiedenis is groot, zegt hij. „De persoonlijke belevenissen in haar dagboek leveren een waardevolle aanvulling op de geschiedenisboeken.”
Voor Mark zijn de „verschrikkelijke gebeurtenissen” uit de oorlog niet iets uit een ver verleden. „Het is nog helemaal niet lang geleden”, zegt hij verontwaardigd. „Het is in de tijd van mijn ouders gebeurd.”
Mark noemt het „erg belangrijk” om de lessen van de geschiedenis te leren. „Opdat het nooit weer gebeurt. Ik ben echter bang dat de verschrikkingen uit de oorlog opnieuw kunnen plaatsvinden.” Hij wijst op Afrika en in het Midden-Oosten, waar mensen worden vermoord om hun geloof. „De omstandigheden zijn verschillend, de verschijnselen hetzelfde.”
Bart Krabben (16) en Eline Krabben (13), Lichtenvoorde
Bart en Eline Krabben –broer en zus– uit Lichtenvoorde zijn een dagje uit in Amsterdam.
Hun eerste kennismaking met Anne Frank dateert uit de tijd van de basisschool. „Bij geschiedenis krijg je altijd over haar te horen. In ons geschiedenisboek staat een plaatje van haar”, zegt Eline. „Ik heb ook filmpjes over haar gezien”, vult Bart aan. „Dan wil je haar verblijfplaats uit de oorlog ook wel eens in het echt zien.”
In het Anne Frank Huis hebben de boekenkast en de handgeschreven bladzijden de meeste indruk op Bart en Eline gemaakt. „Indrukwekkend”, zegt Bart. „Bijzonder om te zien hoe ze hier heeft geleefd. Knap, dat ze het zó lang heeft volgehouden”, vindt Eline.
Iets geleerd van het Anne Frank Huis hebben Bart en Eline niet direct. „Eh, neuh…” Ze verwachten ook niet dat de geschiedenis zich ooit nog eens zal herhalen. „Er is een hoop veranderd.”
Avi (49), Yafa (47), Tal (16) en Dor (12) Samuel, Moshev, Israël
De Joodse familie Samuel uit Moshev, bij Jeruzalem, maakt met een groep Israëliërs een reis door Europa. Van Parijs, via Brussel en Antwerpen naar Amsterdam.
„We kennen de geschiedenis van Anne Frank, maar we wilden haar schuilplaats met eigen ogen zien”, zegt Yafa op de stoep van het museum. „We wilden ervaren hoe ze zich in de oorlog moet hebben gevoeld”, aldus Tal.
De Samuels vinden het erg belangrijk dat iedereen weet wat er zich aan de Prinsengracht heeft afgespeeld. „Niet alleen Joden, niet alleen mensen uit Israël, maar iedereen over de hele wereld.”
De geschiedenis kan zich zomaar herhalen, waarschuwen ze. „Je weet maar nooit. Iran kent een aantal gekken. We leven in Israël elke dag in angst voor de dreiging uit Iran. En van Palestijnen, die met aanslagen onschuldige burgers vermoorden omdat Israël ons niet zou toebehoren.”