Normaal gesproken mag drijfmest op bouwland uitgereden worden tot 1 september. De Europese mestregels voorzien in een verlengings­periode van maximaal twee weken als daartoe een „landbouwkundige noodzaak” bestaat.

VVD-Kamerlid Lodders wees Dijksma er in een reeks Kamervragen op dat boeren dit jaar te kampen hebben gehad met „een extreem koud voorjaar” en dat ze daardoor redelijkerwijs niet in staat zijn om de mest binnen de normale periode uit te rijden. Ze drong daarom aan op meer tijd.

Dijksma erkent dat het voorjaar „inderdaad extreem koud” en nat is geweest, waardoor het groeiseizoen „iets verlaat is.” De oogst komt nu op gang, „maar de periode tot 1 september zal voor sommige ondernemers te kort zijn om de oogst af te ronden én een groenbemester in te zaaien.”

Een groenbemester is een gewas dat gemakkelijk stikstof opneemt, zoals lupine of winterrogge. Dit gewas wordt na de oogst ingezaaid en vervolgens ondergeploegd om de hoeveelheid organische stof in de bodem te vergroten.

Dijksma stelt dat ze voornemens is de uitrijdperiode voor drijfmest op bouwland met twee weken te verlengen tot en met 15 september, „onder voorwaarde dat de betreffende ondernemers uiterlijk op die laatste datum een groen­bemester telen.”

Door deze inzaai als voorwaarde te stellen, wil Dijksma het uitspoelen van stikstof uit de bodem groten­deels voorkomen.