Cultuur & boeken

Herziene vertaling van Bruno Apitz: overleven in Buchenwald

Ooit las iedere jongere in de DDR Bruno Apitz’ roman ”Nackt unter Wölfen”, over het leven in het concentratiekamp Buchenwald. En vrijwel iedere jongere bracht in het kader van de politieke vorming een bezoek aan het voormalige concentratiekamp op de Ettersberg nabij Weimar.

Dr. Hans Ester
15 August 2013 11:33Gewijzigd op 15 November 2020 05:18
Foto IMDB
Foto IMDB

De Oost-Duitse schrijver Bruno Apitz (1900-1984) publiceerde ”Nackt unter Wölfen” in 1958. In 1961 kwam een Nederlandse vertaling uit onder de titel ”Naakt onder wolven”. Deze verscheen kortgeleden opnieuw, volledig herzien.

Buchenwald was niet zo erg als Auschwitz of Bergen-Belsen, maar het was er niettemin heel erg. Er waren geen gaskamers, maar er was wel een bunker met cellen waar de gevangenen werden gemarteld. De lichamen van degenen die tijdens de martelingen stierven, verdwenen in het crematorium. De leiding van de bunker was in handen van een man die de ”Mandril” werd genoemd.

Wat er in de bunker gebeurt, zal overigens niet iedere lezer kunnen verwerken. Een waarschuwing is hier op haar plaats. Tot in detail beschrijft Apitz namelijk hoe de martelingen in hun werk gaan.

De bevelvoerders van het kamp zijn erachter gekomen dat een groep gevangenen een Joods jongetje heeft verstopt. Maar het lukt niet om het kind in handen te krijgen om het vervolgens dood te kunnen slaan. Omdat de gevangenen Höfel en Kropinski lijken te weten waar het kind zich bevindt, belanden zij in de martelbunker, waar ze op onvoorstelbaar brute wijze worden gepijnigd.

De Mandril doet niets liever dan gevangenen te laten lijden. Zijn verstand is vrijwel nihil, maar de enorme kracht van zijn armen laat Höfel en Kropinski rillen van angst. De martelinstrumenten gaan tot de uiterste grens en laten dan een minimum aan leven over. Toch slaan deze beide communisten niet door.

De roman begint met de aankomst van de Poolse Jood Zacharias Jankowski in maart 1945 vanuit Auschwitz in Buchenwald. Het einde van de oorlog is in zicht. De nazi’s drijven de overgebleven gevangenen van de concentratiekampen voor zich uit naar kampen zoals Buchenwald, waar zij nog heer en meester zijn.

Jankowski heeft een koffer bij zich waarin zich een driejarig jongetje blijkt te bevinden. Geen offer is Jankowski te zwaar om het Joodse jongetje uit Warschau te redden. Wat gaan de gevangenen die werkzaam zijn in de bagagekamer van het kamp met het kind doen? Hem verbergen of met Jankowski meesturen naar de volgende bestemming, de gaskamers van Bergen-Belsen? De communisten Höfel, Pippig en Kropinski besluiten om de kleine Jood te verbergen en te voeden, totdat de Amerikanen het kamp komen bevrijden.

Met de keuze voor het kind gaan de genoemde gevangenen in tegen de order van het ”Internationale Lagerkomitee”, de door communisten gevormde ”internationale kamporganisatie”. Dit ILK staat onder leiding van de Russische officier Bogorski en heeft in ieder blok van het kamp vertegenwoordigers. Het ILK heeft wapens het kamp binnengesmokkeld en op geheime plekken verborgen. De wapens zullen ter hand worden genomen op het moment waarop de leiding van het ILK het bevel geeft om in opstand te komen.

De bewakers van het kamp vermoeden dat een ondergrondse communistische organisatie op een zeker moment in actie zal komen. Daarom willen commandant Schwahl, Rapportführer Reineboth, Hauptscharführer Zweiling en Hauptsturmführer Kluttig onder het mom van de zoektocht naar het kind achter de namen van de leidinggevende communisten komen. Wanneer dat niet lukt, schakelt de leiding van het kamp zelfs de Gestapo (geheime staatspolitie) in, die vervolgens Pippig zodanig onder handen neemt dat hij sterft.

Het ethische dilemma dat hier beschreven wordt, is de keuze tussen het beschermen van het onbeschermde kind en het volledig uitvoeren van de orders en bevelen van de communistische kamporganisatie. Het ene doen betekent dat je het andere aan grote gevaren blootstelt. Het andere doen, gaat in tegen je diepste gevoel van menselijkheid. Je offert dan namelijk een kind op.

De zwaarte van de morele keuze hangt af van de uiteindelijke acties van het ILK. De bedoeling van het ILK is het kamp te bevrijden voordat de SS’ers met hun machinegeweren en karabijnen het merendeel van de 50.000 gevangenen kunnen vermoorden. Wanneer de kampleiding besluit om de gevangenen te evacueren en naar Dachau in Beieren te laten strompelen, waardoor velen onderweg van uitputting zullen sterven, probeert het ILK het tempo van de evacuatie te vertragen. Aan een opstand waagt het ILK zich niet, omdat de kazernes nog vol zitten met SS’ers.

Pas na het vertrek van de nazibewakers geeft Bogorski het signaal om de wapens op te pakken. In de wachttorens bevinden zich dan nog SS’ers, de rest van de bewakers is verdwenen en probeert aan wraak of toekomstige berechting te ontsnappen. De Mandril springt bij Reineboth op de motor en rijdt de poort van Buchenwald uit. Höfel en Kropinski hebben de martelingen overleefd.

De zoektocht naar het jongetje Stephan Cyliak en de ingenieuze constructies van de communisten om het kind uit handen van de nazi’s te houden, vormen de ruggengraat van een zeer spannende roman. Het boek heeft een duidelijke ideologische lading. Het beoogt de onderlinge solidariteit van de communisten en hun bovenmenselijke verzetskracht en opofferingsgezindheid zichtbaar te maken.

Dat gebeurt ook wel, maar er zijn ook twijfels en tegengeluiden hoorbaar. Gaat de gehoorzaamheid aan de partijdiscipline zo ver dat de menselijkheid daarbij sneuvelt? En meer in praktische zin: waar was al dat gedoe rondom het geheime internationale ”Lagerkomitee” voor nodig, wanneer de zogenaamde opstand mosterd na de maaltijd is?

Uit het bijzonder informatieve nawoord bij ”Naakt onder wolven” van de hand van Susanne Hantke blijkt dat er rond 1948 in de DDR een scherpe tweestrijd ontstond tussen de in 1945 uit Moskou teruggekeerde communisten en de gevangenen uit de kampen en tuchthuizen. De laatstgenoemden werden door de emigranten (die de dans ontsprongen waren) met argusogen bekeken. De kampgevangenen hadden immers de dagelijkse werkzaamheden in de kampen (de keuken, het schoonhouden, de ziekenboeg, het ordelijk verloop van het dagelijkse appel et cetera) voor hun rekening genomen en waren volgens de beschuldiging een soort handlangers van de nazi’s geweest.

Susanne Hantke laat zien dat Bruno Apitz om redenen van duidelijkheid zijn romantekst in ideologische zin moest aanpassen. Toen de roman eenmaal verschenen was, kende het succes geen grenzen. ”Naakt onder wolven” heeft de hoogste oplage van alle in de DDR gedrukte boeken bereikt. De ontdekking in 1964 van de werkelijk bestaande Stefan Jerzy Zweig uit Israël als het ”oerbeeld” van het Joodse jongetje dat Buchenwald overleefde, droeg aan de echo van de roman het hare bij. In de nu verschenen, herziene vertaling zijn belangrijke passages uit het oorspronkelijke manuscript weer teruggezet. Dat maakt deze vertaling bijzonder.


Naakt onder wolven, Bruno Apitz; uitg. Cossee, Amsterdam, 2013; 
ISBN 978 90 5936 394 6; 431 blz.; € 29,90.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer