Regering Japan houdt meerderheid
De Japanse regeringscoalitie behoudt na de verkiezingen van zodnag haar meerderheid in het Lagerhuis, maar de belangrijkste oppositiepartij heeft forse winst geboekt. Premier Junichiro Koizumi had juist gehoopt zijn mandaat voor economische en politieke hervormingen te versterken.
Voor Koizumi waren de verkiezingen een eerste test sinds zijn aantreden medio 2001. De soms nogal excentrieke eerste minister kondigde een ambitieus economisch herstelprogramma aan met privatisering als belangrijk kernpunt. De stembusgang werd dan ook gezien als een lakmoesproef voor de waardering van het gevoerde beleid.
Samen behaalden Koizumi’s LDP (Liberaal-Democraten) en haar twee coalitiegenoten -Nieuwe Kometo Partij en de Nieuwe Conservatieve Partij- 275 zetels in het 480 zetels tellende Lagerhuis, berekende de publieke omroep NHK op basis van de gegevens van alle stembureaus. Dat is minder dan de 287 zetels die zij in het oude parlement hadden, terwijl de LPD met 237 zetels de zelfstandige meerderheid van 247 zetels kwijt is waarmee zij de verkiezingen inging. Daarbij moet worden aangetekend dat veertien van die zetels er sinds de vorige verkiezingen bij waren gekomen via tussentijdse verkiezingen en door het overlopen van leden van de oppositie. In 2000 haalde de partij 233 zetels, minder dus dan nu.
De Democratische Partij boekte forse winst. Volgens omroep NHK gaat de oppositiepartij van 137 naar 177 zetels. Partijleider Naoto Kan toonde zich verheugd. „Ik denk dat de kiezers onze nadruk op beleid hebben gewaardeerd en daar ben ik blij om.” De winst van de Democraten is voor meer dan de helft afkomstig van andere oppositiepartijen.
Koizumi toonde zich verrast door het goede resultaat van de Democraten. Hij zei te moeten toegeven dat de Democraten „zich duchtig weren” en dat de oppositie misschien gelijk heeft en „dat we naar een tweepartijensysteem toegaan.”
Ook LDP-secretaris-generaal Shinzo Abe gaf toe dat het „een behoorlijk moeilijke strijd” is geweest, maar zei de meerderheid voor de regeringspartijen op te vatten als teken „dat we het vertrouwen van de kiezer hebben gekregen.”
De officiële uitslagen zouden vandaag worden bekendgemaakt. De opkomst lag rond de 52 procent, beduidend lager dan de 62,5 procent van 2000. De regeringscoalitie heeft het behoud van haar meerderheid waarschijnlijk mede daaraan te danken. Bij een grote opkomst zou de Democratische Partij waarschijnlijk meer winst hebben geboekt, omdat die de meeste zwevende kiezers aantrekt.
Behalve het gedrag van de zwevende kiezer was bij de verkiezingen van belang hoe het publiek zou reageren op Koizumi’s besluit om vredesmilitairen naar Irak te sturen. De Democratische Partij heeft Koizumi daar hard op aangevallen. Andere plannen die de uitslag konden beïnvloeden waren wijziging van de pacifistische grondwet om het leger meer armslag te geven bij het bestrijden van terrorisme en maatregelen ter ondersteuning van het pensioenstelsel, een belangrijk item in een snel vergrijzend land als Japan.
Het belangrijkst is en blijft echter de haperende economie. Koizumi zegt dat het aan zijn hervormingen te danken is dat er na meer dan tien jaar stagnatie weer iets van beweging te zien is. Hij heeft de kiezers op het hart gedrukt het prille herstel niet de kop in te drukken door hem weg te stemmen.