Binnenvaart is Duitse stakingen beu
ROTTERDAM. De organisaties van binnenvaartschippers en verladers zijn de aanhoudende stakingsacties van Duits sluispersoneel meer dan zat. Maandag maakten ze bekend dat ze vrijdag bij de Europese Commissie een klacht hebben ingediend tegen Duitsland.
De stakingen, die op 8 juli begonnen, belemmeren volgens de organisaties het vrije verkeer van goederen. Door niet in te grijpen, handelt Duitsland in strijd met het Gemeenschapsrecht van de Europese Unie, zo redeneren het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart, de Binnenvaart Branche Unie (BBU), Koninklijke Schuttevaer en verladersorganisatie EVO.
Medewerkers van de Wasser- und Schifffahrtsverwaltung (WSV) –de Duitse evenknie van Rijkswaterstaat– leggen nu al wekenlang bij sluizen in heel Duitsland van tijd tot tijd het werk neer. Ze zijn ontevreden over een ingrijpende reorganisatie bij de WSV.
De acties worden gecoördineerd door de grote Duitse vakbond Verdi, die verspreid over diverse branches meer dan 2,1 miljoen leden telt. Volgens Verdi kost de reorganisatie een kwart van de 12.000 banen bij de WSV.
Na een korte periode van betrekkelijke rust heeft Verdi voor deze week nieuwe acties aangekondigd op alle waterwegen in Nordrhein Westfalen en bij sluizen en WSV-kantoren in Niedersaksen en Bremen. De acties gingen maandag van start. Volgens de BBU is er een gerede kans dat de stakingen zich aan het einde van de week uitbreiden naar Schleswig Holstein en Mecklenburg.
Verdi heeft ook laten weten dat de stakingen wel eens door kunnen gaan tot 22 september. Dan zijn er verkiezingen voor de Duitse Bondsdag.
De vier Nederlandse brancheorganisaties hebben eerder de Duitse minister Ramsauer (Verkeer) gevraagd om een einde te maken aan de stakingen. De onderhandelingen tussen Verdi en de Duitse regering zitten echter muurvast. Volgens de BBU zou Ramsauer vergaande toezeggingen hebben gedaan, maar wil minister Friedrich (Binnenlandse Zaken) niet toegeven.
Een woordvoerder van de BBU kon maandag niet precies aangeven hoe groot de schade is die Nederlandse schippers tot nu toe van de acties hebben ondervonden. Zeker is wel dat vele honderden schippers gedupeerd zijn. Een dag oponthoud kost de eigenaar van een klein schip enkele honderden euro’s, bij de grootste schepen gaat het om duizenden euro’s. „Maar het is niet alleen het omzetverlies. Vertraging is ook slecht voor je imago. Je dienstverlening staat op de tocht”, zegt de BBU-woordvoerder.
Opdrachtgevers zien weliswaar in dat de schippers er niets aan kunnen doen maar ook zij hebben hun verplichtingen, verklaart een woordvoerder van de EVO. „Afnemers kunnen in de problemen komen als goederen te laat worden bezorgd. Onze leden moeten dan op zoek naar een alternatief. Dat betekent vervoer over de weg.”
De EVO wil volgens de woordvoerder niet morrelen aan het stakingsrecht van de Duitse werknemers. „Het gaat ons om de vorm van de acties. Nu zijn ondernemers die niets met het conflict te maken hebben, de dupe.”