„In de zomermaanden laten we hier in de sluis bij Eefde alleen al 2000 tot 2200 jachten door. Daar komen nog eens 12.000 tot 14.000 schepen van de beroepsvaart bij”, zegt Sander Wels, adviseur verkeersmanagement bij Rijkswaterstaat, zondag. „Door de jachten zoveel mogelijk met de grote schepen mee te laten schutten, voorkomen we lange wachttijden.”

Dat houdt in dat de kleine pleziervaart goed op de instructie van de stewards moet letten. „De sluiswachter geeft ons door hoeveel jachten er naast de beroepsvaart in de sluis passen”, aldus steward Sanne Zijlstra (19). „We geven de mensen op het water aanwijzingen. Zo moeten ze bijvoorbeeld niet te vroeg achter de beroepsvaart aan, zeker niet als de schroef nog aanstaat.”

Ook geeft Zijlstra de jachten instructies om de sluis zo vol mogelijk te krijgen. „En veel bestuurders denken dat ze het wel redden als ze met één touwtje vastliggen”, zegt ze. „Maar dat is echt niet zo. We hameren er dus op dat ze zich vastleggen met twee touwen.”

Gehannes in de sluis kan bij de beroepsvaart nog wel eens voor wat ergernis zorgen. De schepen hebben vaak een strak gepland schema en elk oponthoud is dus een probleem. „Het komt weleens voor dat een jacht dwars in de sluis komt te liggen door de stroming van het schutten. Dan moeten we het schutten stoppen en heb je vertraging”, zegt Wels.

De sluis bij Eefde is 135 meter lang en 12 meter breed. Het hoogteverschil dat wordt overbrugd is 6 meter. „Door het hoogteverschil moeten de jachten zich vaak opnieuw vastmaken. Dan moeten ze er wel aandenken dat als ze het ene touw losmaken, het andere al vastzit. Daar wijzen onze stewards op, zodat we problemen voorkomen.”

Volgens Wels lukt het de stewards ook om de mensen op de jachten gerust te stellen voor het schutten. „Sommigen hebben weinig ervaring en vinden het spannend. Zij zijn blij met de extra aanwijzingen.” Ook Zijlstra ervaart dat: „We delen folders uit over het schutten en mensen nemen die graag aan. De mensen op het water zijn trouwens vaak heel vrolijk: meestal zijn ze op vakantie ofzo.”

De 52 stewards zijn allemaal tijdelijke werknemers, hoewel velen het werk al meerdere jaren doen. Ze krijgen een tweedaagse cursus, waarbij ze ook zelf eens door een sluis moeten varen. Rijkswaterstaat is tevreden over de stewards, die jaarlijks 200.000 euro kosten.

Dit jaar zijn ook bij de sluizen Sambeek en Belfeld in Limburg steward ingezet, omdat daar werkzaamheden plaatsvinden.