Waarheid
De drie d’s bedriegen, dat proberen veel mensen. De dominee in het geestelijke, de dokter in het lichamelijke en de deurwaarder in het financiële. Een predikant die iedere huichelaar kan aanwijzen, en een medicus die elk mankement kan herleiden – zouden die bestaan? Maar de deurwaarder kan zich op de feiten richten. Met doorvragen kan hij bij het begin beginnen.
Veel beloven en weinig geven, doet de deurwaarder in vreugde leven – de bijbehorende trukendoos kent elke vakgenoot. Toch is het niet altijd goed te onderscheiden of het onwil is of onmacht, Kijk, ontvang je een brief met als aanhef ”Geachte malloten”, dan krijg je al een idee. Als dan vervolgd wordt met termen als ”zakkenvullers”, ”stelletje losers”, ”maffia-incasso”, dan is het wel duidelijk uit welke hoek de wind waait. Ook al wordt er ondertekend met ”Een goudeerlijk mens”.
Een hoofdregel in schuldenland is: goede communicatie voorkomt veel en lost veel op. Want laat een debiteur niets van zich horen, dan wordt algauw gedacht, ook op het deurwaarderskantoor: die wil niet. Terwijl het feitelijk is: hij of zij kan niet. Gerealiseerd moet worden dat de drempel hoog is. „Ik kan momenteel niets aflossen meneer, dus ik durfde u eerst niet te bellen.”
Toch bouwt elke deurwaarder een natuurlijk stuk argwaan op. De werkelijkheid wil nog weleens anders zijn dan wat het oog of het oor zou doen geloven. Gelukkig kan en mag er ambtshalve veel bij instanties worden nagegaan. Adres, huis, uitkering, auto – na één druk op de knop rollen de gegevens het dossier in. Ervaring blijft echter onontbeerlijk. Want welke vragen zijn er bij de volgende tekst te stellen?
„Het leven is voor mij en m’n gezin een ware kwelling. Wij leven van de voedselbank. Ik ga alleen maar steeds verder de shit in. Ik hoop op een stukje coulance van uw kant. Ik heb maar een klein baantje en 68.000 euro schuld. Ik hoop dat u mij de tijd wilt geven om m’n zaken te regelen. Geen idee hoe lang het duurt, maar ben bezig met maatschappelijk werk. Ik ben slechts 41 jaar oud, maar door alle stress zal daar geen vijf jaar meer bij komen. Ik zie geen uitweg meer. Misschien kunt u even over uw hart strijken. Of me dit kwijtschelden, zodat ik m’n vier kids een toekomst kan bieden. Mijn partner verdient, maar er blijft maar 100 euro per maand over. Donkere wolken hangen boven m’n hoofd. Dit roze stukje papier is nog de enige kleur in m’n leven.”