Inzicht in vader Siebelinks bevindelijke bibliotheek
Het Haags Letterkundig Museum wijdt deze zomer een grote overzichtstentoonstelling aan de 75-jarige Jan Siebelink. Hij schreef de literaire bestseller ”Knielen op een bed violen”, waarvan meer dan 50 drukken verschenen en ruim 600.000 exemplaren over de toonbank gingen.
Het boek werd vertaald in het Duits en het Deens en onlangs verscheen onder de titel ”In My Father’s Garden” de Engelse vertaling als e-book. In de slipstream van deze succesvolle roman ontstonden verschillende monografieën. Zo schreef Fred van Lieburg vijf jaar geleden ”Het punt des tijds. De ware wereld achter Knielen op een bed violen”. Literatuurcriticus Marijntje Gerling voegt hier met haar ”Gekweekte regels. De boeken van Jan Siebelink senior” een interessante studie aan toe.
Centraal staat in ”Knielen op een bed violen” de kweker Hans Sievez. Hoewel autobiografische duiding in romans gewoonlijk een hachelijke zaak is, zijn de overeenkomsten tussen deze zwaarmoedige hoofdpersoon en de vader van Jan Siebelink te expliciet om ze te kunnen negeren. Gerling gebruikt in haar ”Gekweekte regels” de bibliotheek van Jan Siebelink senior om deze relatie verder zichtbaar te maken.
Gerling is literatuurcriticus voor onder andere het Nederlands Dagblad en werkt aan een proefschrift over de relatie tussen moderne literatuur en religie. In dit kader ontmoette ze de auteur Jan Siebelink. Hij toonde haar de boeken van zijn vader, Jan Siebelink senior. De waarde van ”Gekweekte regels” is dat Gerling gedetailleerd laat zien hoe Siebelink deze bevindelijke bibliotheek gebruikte bij het schrijven van ”Knielen op een bed violen”. Ze legt niet alleen de link naar de tekst, maar benut ook de gebruikerssporen in de exemplaren van Siebelink senior: van de afdrukken van de vuile tuindersvingers tot de corrigerende ”sjwa” (een ‘doffe’ e) achter het woord Heer.
Gebruikerssporen
In tien hoofdstukken laat Gerling de boeken een voor een de revue passeren. De lezer maakt kennis met Siebelinks exemplaren van werken van à Kempis, Van Lodenstein, Smijtegelt, Groenewegen, Smith, Erskine en Paauwe en met het psalmboek in de berijming van 1773. De hoofdstukken hebben grofweg dezelfde opbouw. Eerst een beknopte presentatie van het desbetreffende werk en de auteur en daarna bespreekt Gerlings de relatie met de literaire tekstfragmenten. De ruim zeventig afbeeldingen bestaan vooral uit foto’s van pagina’s uit de exemplaren van Siebelink senior. Ze tonen zijn persoonlijke aantekeningen, markeringen en andere gebruikerssporen.
Sociaal isolement
Van Thomas à Kempis had Siebelink senior een twintigste-eeuwse uitgave onder verantwoordelijkheid van ”De vriend van Oud en Jong”. In dit mystieke werkje streepte hij onder andere de passage aan met de tekst: „Wensch slechts met God en Zijne engelen gemeenzaam te zijn, en vermijd kennismaking met menschen.” In een gesprek tussen Hans Sievez en zijn vrouw in de roman ”Knielen op een bed violen” komt deze passage letterlijk voor. Ze is kenmerkend voor het sociale isolement waarin Sievez zichzelf manoeuvreerde.
Gerlings bespreekt twee gestencilde werkjes van ds. Jan Pieter Paauwe, die in ”Knielen op een bed violen” fictief verbeeld wordt door dominee Poort. Paauwes autobiografische aantekeningen over zijn gedachten en motieven rondom de schorsing uit de Nederlandse Hervormde Kerk onder de titel ”Ds. Paauwe vertelt ons” staan model voor de denkwereld van de oefenaars met wie Hans Sievez in contact komt.
In de afbeelding van een bladzijde van het vertaalde dagboek ”Morgenbezoek” van James Smith is te zien hoe Siebelink senior consequent met potlood een ”e” zet achter het woord Heer. In ”Knielen” wordt hieraan gerefereerd. „De vertaler had Heer gebruikt in plaats van Heere. Hans had door het hele boek heen de -e toegevoegd. (…) Hij had het gevoel gehad daar nuttig en noodzakelijk werk mee te doen.”
Berijmde psalmen
De berijmde psalmen spelen een grote rol in de roman, met name Psalm 119. Elk van de zeven delen wordt geopend door een van de eerste zeven berijmde verzen uit Psalm 119. Gerlings wijst erop dat het oorspronkelijke manuscript van ”Knielen” aanvankelijk 88 hoofdstukken telde, evenveel als het aantal berijmde verzen van de psalm.
In het verhaal worden soms wat namen en titels door elkaar gehaspeld. Zo wordt ”Herderlijk avondbezoek” door Hans Sievez ten onrechte aan Smijtegelt toegeschreven. Elders wordt gesproken over de negen predikatiën van Smijtegelt, wat eerder zou kunnen verwijzen naar een titel van de bundel van Jodocus van Lodenstein.
Het minst overtuigend zijn de hoofdstukken 2 en 10, waarin Gerlings exemplaren van prekenbundels van Lodenstein en Erskine bespreekt. De relaties tussen deze boeken en ”Knielen” is indirect: er is geen sprake van letterlijke citaten of verwijzingen naar gebruikerssporen.
”Gekweekte Regels” is een mooi uitgegeven en prettig leesbaar boek. Het biedt lezers die de wereld van het piëtisme niet kennen, een goede kennismaking met de schrijvers van de bevindelijke werken die zich in de koffer van Jozef Mieras bevonden en tegen forse prijzen in handen van Hans Sievez kwamen.
Zelfs een wat kritische lezer van ”Knielen op een bed violen” raakt onder de indruk van de authentieke beschrijving van de ontwikkeling van de gedachten en emoties van de hoofdpersoon. Gerlings heeft met haar bronnenonderzoek daar een stevig uitroepteken achter gezet.
Gekweekte regels. De boeken van Jan Siebelink senior, Marijntje Gerling; uitg. Brandaan, Barneveld, 2012; ISBN 978 94 6005 018 3; 157 blz.; € 18,90.