„Meer oog hebben voor mantelzorger”
DEN HAAG (ANP). Staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) zal mantelzorgers tot niets verplichten en nooit laten opdraaien voor ‘lijfsgebonden’ zorg, zoals bijvoorbeeld het wassen van iemand. Dat is echt iets voor mensen die deze activiteiten kunnen uitvoeren volgens professionele standaarden. Intussen wil hij wel een betere ondersteuning van mantelzorgers om hun taken te verlichten.
Dat schrijft hij zaterdag in een brief aan de Tweede Kamer. Hij roept gemeenten en zorgverleners op beter te luisteren naar de behoeften en vragen van mantelzorgers en vrijwilligers. De gemeenten moeten mantelzorgers ook verplicht „een blijk van waardering” geven.
„Mantelzorgers doen belangrijk en bewonderenswaardig werk en verdienen daarbij rugdekking. Daarom maak ik werk van een betere ondersteuning van mantelzorgers”, voegde Van Rijn zaterdag toe.
Hij gaat onder meer regelen dat mantelzorgers meepraten als de gemeente de ‘zorgvraag’ voor iemand opstelt. In zorginstellingen moeten mantelzorgers betrokken worden bij het opstellen van het zorgplan. „Zo blijft de kennis en kunde van de mantelzorger behouden wanneer professionele zorg om de hoek komt kijken”, legt het ministerie uit.
In de opleiding van beroepszorgers moet ook oog zijn voor de mantelzorger. Volgens Van Rijn zijn mantelzorgers en professionals ‘partners’: „Ze vullen elkaar aan.” De staatssecretaris spreekt van gelijkwaardigheid tussen cliënt, mantelzorger, vrijwilligers en formele zorg. „Mantelzorgers weten namelijk vaak beter dan de zorgverlener hoe hun naaste het beste geholpen kan worden. Ik wil daarom de informele en formele zorg en ondersteuning beter verbinden.”
Voorkomen moet worden dat mantelzorgers en vrijwilligers overvraagd en overbelast raken. Een deel van de werkende mantelzorgers komt ook in de knel door het combineren van werk en mantelzorg, weet Van Rijn. „Dit maakt het verbeteren van de mogelijkheden om arbeid en zorg te combineren noodzakelijk. De rol van de overheid is erin gelegen om hierin zo min mogelijk belemmeringen op te werpen en om de keuzemogelijkheden van mensen zo veel mogelijk te vergroten.”
Van Rijn wil bijdragen „aan een samenleving waar voor elkaar zorgen weer de norm is”.