De Nederlandse rijken zijn het afgelopen jaar ondanks de economische malaise rijker geworden. Het gezamenlijk vermogen van de 500 rijksten steeg met 9 procent naar 90,3 miljard euro. De hekkensluiter op de lijst beheert 36 miljoen euro, waarmee de ondergrens om op de lijst te verschijnen hoger ligt dan ooit.

Op de eerste plaats staat dit jaar weer de familie Brenninkmeijer. Haar vermogen steeg met 25 procent naar 10 miljard euro, omdat er enkele nieuwe inkomstenbronnen van de familie zijn komen bovendrijven.

Hoewel de koers van het aandeel Heineken een knauw heeft gekregen, staat Charlene de Carvalho-Heineken -enig kind van de in 2001 overleden bierbrouwer Freddy Heineken- met een vermogen van 3,8 miljard euro op nummer twee. Zij wordt op afstand gevolgd door John Fentener van Vlissingen, die is gestegen naar de derde plaats.

Opvallend is dat het Koninklijk Huis fors is gedaald. Waar één belletje van prins Bernhard al niet goed voor is. De prins pakte dit voorjaar de telefoon om te verkondigen dat het vermogen van de Oranjes wereldwijd veel te hoog wordt ingeschat.

Reden voor de redactie van Quote om de koninklijke familie flink lager te zetten. Vorig jaar stonden de Oranjes met een geschat vermogen van 2,6 miljard euro nog op een derde plaats, maar dit jaar zakten ze met een vermogen van 1 miljard euro naar de vijftiende plaats.

Ondanks deze tik ligt de raming nog altijd ruim viermaal hoger dan het bedrag dat prins Bernhard enkele maanden terug de wereld in heeft geholpen. Hij zei tegen het Amerikaanse zakenblad Forbes dat zijn familie ongeveer 215 miljoen euro bezit. Quote heeft daar een paar honderd miljoen bovenop gezet. Dat bedrag kwam bovendrijven na schattingen van onder meer de rendementen op het kapitaal van koningin Wilhelmina, bezittingen van de familie in zowel binnen- als buitenland en beleggingen.

Enkele andere namen uit de Quote-top zijn bouwondernemer Dik Wessels (nummer 14), de ict-ondernemers Jan en Paul Baan (35), familie Heijn (39), oud-eigenaar van Hagé International Jan van den Heuvel (75), eigenaar van een kalverconcern Jan van Drie (147), Ruud en Rob Lubbers (320) en Henk de Pagter van Kanters Bouwbedrijven (359).

De ranglijst van Quote is omstreden. Het gaat er daarbij niet alleen om dat rijkdom zo nadrukkelijk in de schijnwerpers wordt gezet, maar de top-500 is ook in een kwaad daglicht komen te staan na de ontvoering enkele weken geleden van een zoon van de Nijmeegse baksteenfabrikanten Terwindt. De ontvoerder zou de familie op het spoor zijn gekomen na het raadplegen van de ranglijst van het zakenblad. Hoofdredacteur J. Kelder van Quote deed die suggestie af als flauwekul. „Dat gedoe moet nu maar eens afgelopen zijn. Wij hebben nog nooit zo veel medewerking gehad bij het opstellen van de lijst als dit jaar.”

Desondanks bevat de lijst veel fouten. Slechts een klein aantal van de 500 rijksten verschaft inzicht in zijn vermogen, het betreft vooral schattingen. Wel zou iedereen de gelegenheid krijgen om te reageren. Deze mogelijkheid wordt volgens Quote door iets minder dan de helft aangegrepen. Dat betekent dat het blad zich bij het grootste deel van de vermogenden moet baseren op openbare gegevens, schattingen, geruchten en tips. De feiten zijn hierdoor vaak boterzacht.

Een groot deel van de lijst bestaat uit mensen met een eigen bedrijf. Via de Kamer van Koophandel worden de omvang en de winstgevendheid van een onderneming onderzocht, waarna de waarde wordt geschat op basis van vergelijkingen met beursgenoteerde sectorgenoten. Gemakkelijker is het wanneer mensen hun bedrijf hebben verkocht. De ontvangen bedragen zijn vaak bekend. De vermogens laat Quote vervolgens groeien met formules die het blad van adviseurs en bankiers heeft gehad.

Desalniettemin is er bij de Quote het gevoel dat veel mensen niet op de lijst staan, die er wel thuishoren. Daar behoort bijvoorbeeld de familie Loudon toe.