Minister Donner (Justitie) is evenwel bereid te bemiddelen, zei hij woensdag in een overleg met de Tweede Kamer. De Kamer is blij dat hij „de kar los wil trekken.”

Het geschil gaat over de vergoedingen die het bedrijfsleven, in navolging van de non-profitsector, sinds dit jaar moet betalen voor het maken van kopieën van auteursrechtelijk beschermd werk. Reprorecht maakt een schatting van het aantal kopieën en bepaalt dan een heffing. Duizenden bedrijven hebben bezwaar gemaakt tegen de aanslag, omdat zij die te hoog vinden. Ook de administratieve lasten nemen door de regeling toe.

Donner benadrukte dat de inning een zaak is van privaatrechtelijke partijen en niet van de overheid. Hij vindt dat de bedrijven en de Stichting Reprorecht moeten zoeken naar afspraken die zij per branche of zelfs per bedrijf kunnen maken. Eventueel moet er een onderscheid kunnen komen tussen kleine en grote bedrijven.

Jaarlijks worden er volgens Donner 20 miljard kopieën gemaakt in Nederland waarvan bijna 2 miljard van auteursrechtelijk beschermde werken. Via de heffing krijgen de auteurs alsnog een vergoeding voor hun werk.