In 2011 bedroeg het totale fraudebedrag 1,16 miljard euro, bijna 6 procent minder dan in 2010. Het aandeel van fraude als percentage van de waarde van alle transacties daalde tot 0,036 procent in 2011, vergeleken met 0,040 procent een jaar eerder.

Tussen 2007 en 2011 daalde het totale fraudebedrag met 7,6 procent terwijl de waarde van de transacties steeg met 10,3 procent tot 3,3 biljoen euro. Ongeveer 56 procent van de fraude was in 2011 het gevolg van betalingen via post, telefoon of internet. Een kwart was het gevolg van pinbetalingen bij winkels en een vijfde van de fraude gebeurde via geldautomaten bij de banken.

De hoogste fraude werd gepleegd met betaalpassen die zijn uitgegeven in Luxemburg, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Maar de meeste fraude werd gepleegd in Ierland; ruim 1 op de 1000 transacties is daar frauduleus, vergeleken met het gemiddelde van 1 op de 4000 in het eurogebied. Van de onderzochte landen stond Nederland in 2011 op de tiende plaats van locaties waar de meeste fraude plaatsvindt.