„Jongeren die niet zijn ingeënt, geen mazelen hebben gehad, maar wel in aanraking zijn geweest met een geval van mazelen, raden wij sterk af om deel te nemen aan een reis of kamp”, aldus een brief die de ongeveer 2000 deelnemers van de zomerkampen van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten zaterdag ontvangen. „De Jeugdbond doet een appel op ouders van kinderen die meegaan met een kamp om verantwoordelijkheid te nemen als er sprake is van mazelen of contact met een mazelenpatiënt.” Bij annulering wordt het geld teruggestort.

De JBGG besloot tot dit advies na overleg met de GGD. „Mazelen is zeer besmettelijk en niet ongevaarlijk”, stelt de organisatie. „De Jeugdbond benadrukt dat ziekte en gezondheid in de hand van God liggen, maar dat op de organisatie de verantwoordelijkheid ligt om goede maatregelen te nemen.”

Ook alle stafleden ontvangen een brief. De JBGG verzoekt hun contact met het bondsbureau op te nemen als ze niet zijn ingeënt en geen mazelen hebben gehad. „De Jeugdbond respecteert ten volle de persoonlijke keuzes die ouders of deelnemers maken. Wel wordt gewezen op de verantwoordelijkheid voor elkaar.”

Ook reisorganisatie VakanZ uit Hulshorst beklemtoont dat „standpunten, die veelal in biddend opzien zijn ingenomen” moeten worden gerespecteerd.

VakanZ heeft de huurders van zijn vakantieaccommodaties opgeroepen niet naar kinderprogramma’s te komen als zich in het gezin verschijnselen voordoen die op mazelen wijzen. „We weten dat een kind met mazelen al besmettelijk is voordat het ziek is en dat daardoor andere kinderen al besmet kunnen zijn, maar we willen waar we voorzorgsmaatregelen kunnen treffen, dit ook daadwerkelijk doen”, meldt VakanZ.

De organisatie vraagt zijn gasten de parkleiders op de hoogte te stellen als mazelen worden vastgesteld. „Het advies van de GGD is om bij de constatering van mazelen ter plaatse contact op te nemen met een arts. Omdat de wetgeving per land verschilt, zou het kunnen dat de arts bepaalt dat er sprake is van een meldingsplichtige infectieziekte. Dit kan wat formaliteiten met zich meebrengen.” Mensen uit de risicogroepen krijgen het advies hun taalkennis nog even op te halen, zodat ze met de plaatselijke arts kunnen communiceren als dat nodig is.