Cultuur & boeken

Pareltjes in ds. Van Deursens uitleg van brieven Petrus en Judas

„Dwaalleer verovert harten en kerken het gemakkelijkst wanneer theologen en filosofen vooraf het gezag van de Heilige Schrift ondermijnd hebben.” Het is een van de vele indringende opmerkingen die ds. F. van Deursen, Nederlands gereformeerd emeritus predikant, maakt in zijn uitleg van de brieven van Petrus en Judas.

Ds. J. Belder
10 July 2013 21:34Gewijzigd op 15 November 2020 04:40

Religieuze oplichters kijken meewarig neer op ieder die alles wat Jezus en de apostelen leerden letterlijk neemt. Zo’n goedgelovige moet wel uitgesproken simpel zijn. Het gaat om de eigenlijke boodschap van de Schrift, benadrukken de dwaalgeesten, die alleen toegankelijk is voor ingewijden. En opnieuw besef je dat de uitersten elkaar raken. Oude en nieuwe ketterijen, die de Bijbel laten verworden tot bij-bel.

Ds. Van Deursen pennenvrucht, het nieuwste deel in de serie ”De voorzeide leer”, getuigt van gedegen Schriftkennis en grote eerbied voor het geschreven Woord. Voor de Schrift die zichzelf uitlegt! De schrijver heeft bovendien een toegankelijke en pakkende wijze van schrijven. Van harte complimenteren we schrijver en uitgever met deze uitgave, het dertigste deel in de reeks.

Praktisch

Je raakt als lezer keer op keer onder de indruk van het praktische gehalte van de apostolische brieven. Bestudering ervan levert veel herkenning op. Juist nu onze samenleving in rap tempo ontkerstent en we terugzinken naar een voorchristelijk, heidense morele standaard van seksuele losbandigheid, het recht van de sterkste enzovoort.

Ds. Van Deursen legt de vinger bij het gevaar van de oprukkende Schriftkritiek. Ze is „springstof onder het fundament van ons geloof.” Ook onder ”orthodoxen” wordt soms al „over de Heilige Schrift gesproken alsof zij puur mensenwerk is en in haar onderwijs beperkt is door de tijd en de cultuur waarin de schrijvers leefden.” „Wie Petrus tegenspreekt, spreekt Jezus Christus tegen.” De toon is gezet. De koers die ds. Van Deursen vaart, is duidelijk. Dat ontneemt hem niet de mogelijkheid ook krachtig stelling te nemen tegen een on-Bijbelse versmalling van de heilsverwachting, waarbij men de aarde uit het oog verliest en het alleen nog gaat om ziel en hemel.

Naar de uitleg van sommige teksten ben je als betrokken Bijbellezer extra belangstellend. Dat geldt bijvoorbeeld voor de lastige ”Steenprofetie” in 1 Petrus 2:8. Wie over die Steen –Christus– struikelt is daartoe „gepredestineerd.” Maar heeft God dan mensen voorbestemd tot ongeloof…? Nee, antwoordt de auteur, „Zijn besluit is: wie ongehoorzaam is, graaft zijn eigen graf. Zijn besluit is dat zulken verloren gaan.” Pastoraler kan het niet. In dat licht krijgt ook de volgende gedachte volle nadruk: „Wees blij dat u in het tijdperk van de openbaringsgeschiedenis leeft. (…) Wees blij met uw Bijbel waarop alle profeten en psalmisten jaloers zouden zijn.” „Maar gebruik hem dan ook met het doel waarvoor God hem u gaf. Alleen op die manier staan we sterk tegen de verleidingen van satan en wereld.” Gebrekkige geloofskennis maakt ons gemakkelijk een prooi van religieuze oplichters. Zei Alexander Comrie niet dat onkunde de baarmoeder van alle dwalingen is?

Levenswandel

Een christelijke levenswandel is een krachtig geloofsgetuigenis in een onchristelijke wereld. Dat geldt allermeest de ambtsdragers. Maar hoe ver gaat de loyaliteit aan het gezag? Een heikel onderwerp. Volgens Calvijn moeten we zelfs tirannen gehoorzamen. Ineens begrijp je het dilemma waar sommigen mee worstelden ten tijde van de Duitse bezetting tussen 1940 en 1945.

De schrijver gaat uit van de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV), maar volgt die niet blindelings. Hij legt daar veelvuldig andere vertalingen naast en doet zo soms heel verrassende ontdekkingen. In 1 Petrus 4:1 heeft de NBV: „Daar Christus door het vlees geleden heeft”, dus niet „naar het vlees”, zoals de Statenvertaling. Voor beide mogelijkheden bestaan argumenten en beide zijn ook nog eens waar.

Heb ik geen kritiek? Ja, ook, maar slechts in de marge. Dat de bekeerde heidenen samen met de Messiasgelovige Joden het nieuwe Israël vormen, „het Israël Gods”, kan de schrijver gemakkelijk het verwijt opleveren zich schuldig te maken aan vervangingstheologie. De verwijzing naar Galaten 6:16 ontgaat me hierbij.

Dat Eva het voorstel van de slang om te eten van de verboden vrucht eerst met haar man had moeten overleggen is ook geen al te gelukkige opmerking binnen een verder uitstekend betoog.

Moet de voorganger van de gemeente de verbondskinderen alleen maar oproepen bij de Heere te blijven? Zijn allen dan al werkelijk gekomen?

Tegenover deze wat dubieuze passages staan veel pareltjes. Ik noem er slechts twee: „God heeft de vrouw niet minderwaardig gemaakt, maar mannen hebben haar minderwaardig gemaakt.” En de tweede: „De gemeente kan de dag van Jezus’ wederkomst verspoedigen door vroom en heilig te leven.”

Tot slot: de Heilige Schrift vertekent de werkelijkheid van de jonge gemeente niet voor ons. Petrus en Judas streden volop tegen vrijgeesten en een „alles-mag-leven.” De gemeente was ook toen al gemeente buiten het paradijs, „schaap en bok in één hok.”

Ds. Van Deursen schreef een uitleg op drie brieven die aan actualiteit niets hebben ingeboet. Neem en lees en doe er uw voordeel mee.


Boekgegevens

”De eerste en tweede brief van Petrus. De brief van Judas”, F. van Deursen; uitg. Buijten en Schipperheijn Motief, Amsterdam, 2013; ISBN 978 90 5881 673 3; 288 blz.; € 18,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer