Griekenland kan rekenen op 6,8 miljard euro, in een aantal termijnen uitbetaald. Als het land een aantal concrete, eerder afgesproken verplichtingen nakomt, krijgt het deze maand nog 4 miljard euro overgemaakt, aldus staatssecretaris Frans Weekers na afloop. In augustus kan dan nog 1,8 miljard euro volgen en in oktober de rest.

De trojka beoordeelt of Griekenland voldaan heeft aan de verplichtingen. De ministers hoeven niet bijeen te komen om te besluiten tot uitbetaling. Daartoe zijn hoge ambtenaren bevoegd.

Weekers ziet het als de taak van de eurogroep om Griekenland „stevig bij de les te houden”. Door steeds eerder gemaakte afspraken aan te scherpen voordat er wordt uitbetaald, is „uiteindelijk de methode om Griekenland toch die acties te laten uitvoeren die nodig zijn”. Griekenland zal echt moeten leveren, aldus de staatssecretaris die Nederland vertegenwoordigt nu minister Jeroen Dijssebloem de voorzitter is.

Eerder op de dag bereikten de experts van geldschieters aan Griekenland (de Europese Centrale Bank, de Europese Commissie en het Internationaal Monetair Fonds (IMF)) overeenstemming over de hervormingen die nog nodig zijn om aan alle doelstellingen te voldoen en in aanmerking te komen voor het volgende deel van de noodsteun. Het programma was mede door politieke onrust in Griekenland vertraagd. Zo was er nog weinig werk gemaakt van het hervormen van het ambtenarenapparaat. Hier zal Athene werk van moeten maken, benadrukte Weekers.

„Griekenland heeft in de afzienbare, nabije toekomst geen financieringsprobleem”, ondersteepte Dijsselbloem. Mocht het Zuid-Europese land toch in een later stadium in de problemen komen en betalingen niet kunnen doen, dan kan de eurogroep ingrijpen.

Van de totale 6,8 miljard euro zijn 3 miljard leningen uit de EU en komt 1,8 miljard euro van het IMF. IMF-topvrouw Christine Lagarde zei maandag dat zij verwacht dat het bestuur van het IMF eind juli zal instemmen met de uitbetaling van de 1,8 miljard euro. De ECB stelt 1 miljard euro beschikbaar.