„Maak kinderen enthousiast voor het orgel”
Pijpen zoeken met Piet Prestant, zelf een orgeltje bouwen met klasgenoten, op excursie naar de Haagse Kloosterkerk. Nederland kent leuke initiatieven om de ‘orgelvonk’ op kinderen te laten overspringen. Alleen al het binnengaan van een eeuwenoud godshuis is voor veel leerlingen een unieke belevenis. „Gillen mag natuurlijk nooit in een kerk, maar dan mag het even.”
Zelf een orgeltje bouwen
Zanna en Kaj bouwen een orgel. Op de website orgelkids.nl is te zien hoe twee kinderen zélf een pijporgeltje in elkaar zetten. Initiatiefnemer van de website is Lydia Vroegindeweij. Het doel van de site is kinderen enthousiast te maken voor het orgel, zegt zij. „Orgelkids is een informatieve site, waar allerlei projecten worden aangekondigd, om te laten zien wat er allemaal kan. Ik weet dat mensen gaan zoeken op de trefwoorden ”orgels” en ”kinderen”. Dan komen ze hier terecht.”
Organisten kunnen het doe-het-zelfpakket van het pijporgeltje bij Vroegindeweij huren voor 35 euro per dagdeel. „Scholen kunnen het ook huren, maar dan moet er wel iemand bij zijn die weet hoe een orgel in elkaar zit. In dat geval kan ik ook een organist meeverhuren voor 100 euro extra.”
Het orgeltje heeft twee octaven, zodat kinderen er echt een liedje op kunnen spelen als het klaar is. Vroegindeweij: „Didactisch is het heel leuk ontworpen. De ene groep kinderen gaat het raamwerk maken, een andere groep gaat de pijpen sorteren, weer een andere groep zoekt de toetsen uit. Het is helemaal echt, gemaakt van eikenhout en afgewerkt met schapenleer. De afmetingen zijn ideaal: de kist past zo in de auto. Je hebt geen aanhanger nodig.”
Op dit moment is Vroegindeweij bezig met een lesbrief. Daarin wordt uitgelegd waarom kerken eigenlijk een orgel kregen. Drie antwoorden worden uitgewerkt: stadsbestuurders vonden het nodig; een rijke dorpsbewoner wilde de kerk een mooi instrument geven, of het was nodig voor de gemeentezang. „Het in elkaar zetten van het bouwpakket wordt ingebed in een verhaal. De organist moet namelijk uitleggen waarom hij met zo’n kist de klas binnenkomt. Dan zegt hij: De orgelbouwer heeft eerst maar even een schaalmodel gemaakt, en wil weten of de opdrachtgever er tevreden over is. Jullie mogen dit model nu gaan bouwen.”
Vroegindeweij heeft een fonds op naam bij het Prins Bernhard Cultuurfonds waarmee ze orgelprojecten voor kinderen financiert. Aanvragen voor subsidies lopen via het Prins Bernard Cultuurfonds.
Meer informatie: www.orgelkids.nl
Pijpen zoeken met Piet Prestant
Het schoolproject ”Pijpen zoeken met Piet Prestant” van organist Sietze de Vries ging van start in 2001, toen het Schnitgerorgel in Uithuizen was gerestaureerd. „We vroegen ons af: Als we nu de scholen uitnodigen, wat gaan we dan doen voor de kinderen?” blikt De Vries terug. „Ik werkte in die tijd als muziekleerkracht op een basisschool. Het idee voor Piet Prestant is geënt op ”De ontdekkingsreis van Piccolo en Saxo”, wat in de jaren zestig veel in het onderwijs werd gebruikt om een orkest uit te leggen. Ik voer het programma uit in een kerk met een verteller en laat dan zelf alle geluiden en muziek horen vanaf het orgel. Ook komen er orgelelfjes binnen met de pijpen waarover het gaat. Die zetten ze ter plekke in een model. De verteller neemt de kinderen mee via een sprookje, waarin de nieuwsgierige Piet Prestant op zoek gaat naar andere orgelpijpen in het grote orgelhuis. Zo komt hij Flip Fluitjes, Tom Toeter en Bas Blaasbalg tegen. Het gaat bijna een keer mis als de verschillende pijpenfamilies ruzie met elkaar krijgen.”
Het programma is vooral bedoeld voor de groepen 3 tot en met 6. Inmiddels is het op veel plekken in Nederland uitgevoerd, van Alkmaar tot Hendrik-Ido-Ambacht, en van Krimpen aan den IJssel tot Geleen; ook in België, Duitsland en Amerika heeft De Vries het programma verzorgd.
Op scholen in Almelo wijdde hij een aantal dagen aan een thema. De Vries: „Ik heb daar alle basisscholen gehad en ook aan kinderen in de klas lesgegeven. Toen had ik een groter orgel bij me. Je merkt dat veel kinderen nooit een kerk vanbinnen hebben gezien. Ze zijn altijd wel geïnteresseerd; is het niet muzikaal, dan wel technisch. Vooral jongens vinden de techniek boeiend: Hoe zit dit? En hoe gaat dat, als dat gaat draaien?”
Voor het uitvoeren van het programma vraagt De Vries 250 euro, waarbij diverse groepen aan de beurt kunnen komen. Afhankelijk van de inzet van verteller, elfjes en slagwerker wordt dit bedrag hoger. „Het is belangrijk om de drempel voor scholen laag te houden”, licht De Vries toe. „Ik wil niet dat aan de schoolkant enorme bedragen neergeteld moeten worden.”
Meer informatie: www.sietzedevries.nl
Meneer Jos bestaat echt
Het Haags Orgel Kontact (HOK) heeft een educatief project ontwikkeld voor basisschoolkinderen. Henk Barnhard, secretaris van het HOK: „We hebben een lesbrief met een verhaal dat zich in Den Haag afspeelt. De brief is op onze website te downloaden. Het verhaal gaat over drie jongens die in de Kloosterkerk terechtkomen en daar een orgel horen spelen. Het is niet alleen het orgel dat speelt: de organist speelt! Zo maken ze kennis met organist Jos.”
De lesbrief wordt in de klas behandeld, als onderdeel van het vak muziek of taal. Vervolgens gaan de kinderen op excursie naar de Kloosterkerk. Barnhard: „Daar gebeurt in het écht wat ze in het verhaal hebben gelezen. En het werkt perfect: kinderen krijgen een aha-erlebnis. En wonder boven wonder: meneer Jos bestaat echt. We hebben organist Jos van der Kooy kunnen strikken voor dit project. Een fantastisch iemand, die op een heel natuurlijke manier met kinderen omgaat. In de lesbrief zijn cartoons van hem opgenomen. Kinderen herkennen hem als ze in de kerk komen.”
Veel kinderen komen voor het eerst in een kerk, zegt Barnhard. „We laten hen even heel hard gillen en dan abrupt stoppen, om het effect van de ruimte mee te maken. Gillen mag natuurlijk nooit in een kerk, maar dan is het even toegestaan. De klas wordt vervolgens in twee groepen verdeeld: een groepje gaat naar het orgel naar meneer Jos, die hun laat horen wat er allemaal kan op een orgel. Ze nemen op de orgelbank plaats, drukken de toetsen in, voelen aan de registers. Beneden in de crypte krijgt de andere groep van mij uitleg hoe orgelpijpen worden gemaakt en hoe een orgel in elkaar zit. We gebruiken daarbij een demonstratieorgeltje van Flentrop. De klepjes van de windladen gaan echt open en dicht, en de orgelpijpjes spreken ook echt. Kinderen kunnen perfect zien hoe het werkt. Dan is een uur gauw om en wachten rekenen en taal weer.”
Het HOK voert het project uit op drie maandagen per seizoen voor zes groepen. Scholen hoeven er niets voor te betalen. Het programma wordt gesubsidieerd door de gemeente en enkele particuliere stichtingen.
Meer informatie: www.haagsorgelkontakt.nl