Voeding voor (dementerende) ouderen
Ondervoeding komt niet alleen voor bij ouderen die op zichzelf wonen, maar net zo goed bij bewoners van een verpleeg- of verzorgingshuis. Als iemand aan dementie lijdt, is het zaak om bij te houden hoeveel die persoon eet en drinkt.
Aan kookboeken bestaat geen gebrek. Drie studenten van Tilburg University misten er echter nog een met recepten voor (dementerende) ouderen. Uitgeverij Kosmos zag daar wel wat in en hielp het drietal zo aan hun afstudeeropdracht.
Als motivatie voor het receptenboek noemen de studenten het probleem van ondervoeding onder ouderen. De cijfers spreken boekdelen: „Vijfentwintig tot 40 procent van de ouderen in ziekenhuizen, 20 tot 25 procent van de ouderen in verpleeg- en verzorgingshuizen en 15 tot 25 procent van de ouderen die thuiszorg ontvangen, blijkt ondervoed te zijn.”
Dat is niet nodig, menen de studenten. Het boek ”Eten om niet te vergeten” biedt naast recepten die de hersenfunctie stimuleren ook informatie over de leefwereld van dementerenden en hoe mantelzorgers en verpleeghuispersoneel ervoor kunnen zorgen dat zij voldoende eten en drinken binnenkrijgen. De studenten gingen daarvoor te rade bij sociaal geriater dr. Anneke van der Plaats.
Een tweede boekje, ”Eten en drinken bij dementie”, behandelt hetzelfde thema maar richt zich op de setting van een verpleeg- of verzorgingshuis en is bedoeld voor verzorgenden. De auteurs leggen daardoor wat andere accenten.
In ”Eten om niet te vergeten” is er bijvoorbeeld meer aandacht voor praktische tips aan mantelzorgers of verzorgenden. Uitgebreider wordt beschreven wat dementerenden afleidt bij het eten en hoe dit opgelost kan worden (zie kader).
De recepten achter in het boek zijn overigens niet allemaal geschikt voor zwaar demente mensen. Dat realiseren de auteurs zich. „Niet iedere oudere zal al onze ingrediënten accepteren omdat ze deze niet (her)kennen. Dementie komt echter steeds vaker voor onder jongere generaties en voor deze groep zullen de ingrediënten wel geschikt zijn en wel door hen gegeten worden.”
De 25 recepten vormen een mix van traditionele gerechten, ‘moderne’ groenten die goed zouden zijn voor de hersenfunctie, stamppotten en voedsel dat met de handen gegeten kan worden.
De auteurs van ”Eten en drinken bij dementie” geven verder praktische aanwijzingen voor het omgaan met bewoners die (ernstig) vermageren of te weinig drinken. Ook hebben ze oog voor de moeilijke vragen waar een verzorgende zich voor gesteld kan zien als iemand niet meer wil eten en drinken en het levenseinde nadert. Ze verwijzen naar een ethische handreiking die „overzicht kan geven” in zo’n situatie. Deze onderwerpen komen in het boekje van de drie studenten niet aan bod.
Voor ieder die demente ouderen verzorgt –of dat nu in de thuissituatie is of in een tehuis– bevatten de twee boekjes waardevolle informatie en de uitgaven vullen elkaar mooi aan.
Eten om niet te vergeten; Lekker koken voor (dementerende) ouderen, Luuk Eliëns, Rachelle Elshout, Iris de Groot; uitg. Kosmos, Utrecht, 2013; ISBN 978 90 215 5272 9; 112 blz.; € 14,95.
Eten en drinken bij dementie, Jeroen Wapenaar, Lisette de Groot; uitg. Reed Business Education, Amsterdam, 2013; ISBN 978 90 352 3539 7; 88 blz.; € 12,95.
Modern voedsel gaat er niet in
Wie dementerende ouderen meer en met plezier wil laten eten, moet niet alleen oog hebben voor wat er op het bord ligt, maar ook voor de gang van zaken rond de maaltijd, zo vertelt geriater dr. Anneke van der Plaats in ”Eten om niet te vergeten”. Het is daarbij van belang om te weten hoe hun hersenen werken. „Zonder kennis van de hersenen die beschadigd zijn door ziekte kunnen we per ongeluk zodanige fouten maken dat er van het eten niets terechtkomt.” Ze geeft daarom praktische tips en handreikingen.
Van der Plaats adviseert het tafeldekken zo rustig mogelijk te laten verlopen. „Demente mensen kunnen geen prikkels afweren of afzwakken. Dat betekent dat alle beweging en geluid keihard binnenkomt en hen steeds afleidt. Neem eventueel een dienwagen en leg daar alles op wat je nodig hebt. Het voorkomt veel geloop dat de bewoners in de war maakt.”
Omdat het geheugen wordt aangetast bij dementie, herkennen deze patiënten op den duur geen moderne dingen meer. Hun geheugen eindigt ongeveer vijftig jaar geleden, schat Van der Plaats. Het verplegend personeel zou daarmee rekening moeten houden bij de inrichting van de huiskamer, maar ook bij het soort eten dat wordt geserveerd en hoe de tafel gedekt wordt. Dat wil zeggen: een effen tafellaken of -zeiltje. Geen placemats, die kennen ze immers niet van vroeger.
De geriater is er voorstander van dat een verzorgende mee-eet met de bewoners. „Meestal loopt de verzorgende rond tijdens het eten, als een soort oppasser. Wanneer iemand slecht eet, geeft zij verbale commando’s: „Neem maar een hapje” of „Drink maar een slokje.” Voorbeeldgedrag werkt veel beter. Neem zelf een bord met (een beetje) eten en doe steeds de bewegingen voor. De mensen kunnen jou dan imiteren.”
Willen demente bejaarden voldoende binnenkrijgen dan is het belangrijk om de aandacht op de maaltijd gevestigd te houden. „In veel instellingen nemen de verzorgenden pauze tijdens de maaltijd. De één verdwijnt en de ander komt. Het betekent vaak dat de bewoners stoppen met eten en niet meer op gang komen.” Borden en bestek worden dus ook pas afgeruimd als iedereen klaar is.
Als er pannen of schalen op tafel staan, begrijpen demente mensen dat het etenstijd is. „Melk en vla in kartonnen pakken herkennen ze niet. Schenk deze uit in doorzichtige kannen of schaaltjes. Dit geldt ook voor brood in plastic zakken. Leg de sneden of broodjes in een mandje, zodat ze zien dat het brood is.”
Wie voor demente ouderen kookt, moet bekend eten serveren. Jeroen Wapenaar en Lisette de Groot geven daarvan een mooi voorbeeld in ”Eten en drinken bij dementie”: „De medewerkers van een verzorgingshuis vonden het vervelend voor de bewoners dat er enkel typisch Nederlandse gerechten geserveerd werden. Daarom spanden ze zich in om een exotische maaltijd te bereiden. De schaal bleef echter onaangeroerd. Wat de boer niet kent… Toen er een dag later ‘stijve rijst’ geserveerd werd, bleef er niets over. Verschillende bewoners vertelden over hun herinneringen aan deze ouderwetse rijst met boter, suiker en kaneel.”
Bij veel ouderen gaat het smaakvermogen achteruit, ook bij hen die niet lijden aan dementie. Medicijnen maken de smaak van eten en drinken vaak ook minder lekker. „Mensen met dementie houden meestal van zoet eten. Een toetje als vla met hagelslag kan ongezond lijken, maar vaak zijn het juist die gerechten die mensen met dementie nog graag eten. Extra kruiden, mits niet te scherp, kunnen ook helpen om hen toch te laten genieten van eten”, aldus Wapenaar en De Groot.
In beide boekjes wordt benadrukt hoe belangrijk het is dat ouderen goed rechtop zitten tijdens de maaltijd. „Een goede uitgangshouding bij het eten is recht boven het bord”, aldus Van der Plaats. „Ga zelf maar na: in een restaurant schuiven we net zo lang tot we goed zitten om te gaan eten.” Wapenaar en De Groot stellen dat een juiste houding problemen met kauwen en slikken kan oplossen, „Is er toch andere voeding nodig? Probeer dan eens sla en een omelet in plaats van meteen te kiezen voor gemalen of vloeibaar voedsel.”
Steeds meer verzorgingshuizen laten ouderen met hun vingers eten als ze bestek niet meer kunnen hanteren. „Een nieuwe trend is het zogenaamde fingerfood”, aldus Van der Plaats. „Dit houdt in dat de warme maaltijd zo veel mogelijk bestaat uit eten dat de bewoners zelf in de mond kunnen steken: frietjes, boontjes, worteltjes en hartige taart. Voor brood geldt hetzelfde. Laat mensen niet worstelen met smeren en snijden. Maak dubbele boterhammen met iets plakkerigs ertussen zoals smeerkaas, smeerworst en appelstroop (gezonder dan jam) en vergeet de dubbele krentenboterham met boter niet!” Verschillende gerechten achterin het boek ”Eten om niet te vergeten” zijn geschikt om als fingerfood te worden gegeten.
Zie ook:
Tijd voor echt onderzoek ondervoeding
Een op de tien thuiswonenden is ondervoed