Prijzenslag verhoogt omzet nauwelijks
De prijzenslag van de afgelopen twee weken levert vooral de supermarkten uit het middensegment profijt op.
Formules zoals C1000, Superunie en Edah krikten de afgelopen week hun marktaandeel op naar 30,4 procent. In de eerste week van de prijsoorlog was het aandeel nog 29,6 procent, zo blijkt uit maandag gepubliceerde cijfers van onderzoeksbureau GfK.
Volgens GfK viel het marktaandeel van de luxere supers, waartoe Albert Heijn en Konmar behoren, terug naar 30 procent. Een week geleden was dat nog 30,6 procent.
Hoewel de omzetstijging afvlakt, komen er sinds het begin van de prijzenoorlog wel meer klanten bij Albert Heijn over de vloer. Voor het eerst sinds begin september zit het klantenbezoek weer boven het niveau van vorig jaar. Daarbij gaat het om klanten die minimaal één keer per week langskomen en ook wat kopen.
GfK-onderzoeker J. Holla spreekt van het wegwerken van het Moberg-effect. Begin september ontstond de commotie rond het salaris van de nieuwe Ahold-topman A. Moberg, wat zelfs tot een kopersstaking bij Albert Heijn leidde. Sinds de prijsverlagingen, twee weken geleden, weet het publiek de AH-winkels weer te vinden.
De prijzenoorlog stuwt de omzet nauwelijks omhoog. De verkopen in de supermarkten bedroegen vorige week 471 miljoen euro, 4,5 miljoen euro minder dan in de eerste week van de prijzenoorlog. Vergeleken met de weken voor de prijzenoorlog, die Albert Heijn op 20 oktober begon, is er nog wel sprake van extra omzet. De rek lijkt er echter een beetje uit. De verkopen zaten vorige week weer bijna op hetzelfde niveau als begin oktober.
De omvangrijke prijsdalingen bij de verschillende winkelformules zorgen wel voor beweging onder het winkelend publiek. Consumenten twijfelen waar zij het best hun boodschappen kunnen doen. Ze bezoeken meer verschillende winkels, het aantal winkelbezoeken steeg 1 procent.