Stagebedrijven: Mbo moet praktischer
AMSTERDAM. Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) leidt onvoldoende op tot vakmanschap. Studenten hebben te weinig praktische kennis en missen de aansluiting met de arbeidsmarkt.
Dat vinden stagebedrijven die meededen aan een maandag in Amsterdam gepresenteerd onderzoek naar vakmanschap. Bij het onderzoek waren ook bestuurders en studenten betrokken.
Stagebedrijven zien het competentiegerichte onderwijs in het mbo als een belemmering om op te leiden tot vakmanschap. Zij vinden dat er op school te weinig aandacht is voor nieuwe ontwikkelingen in beroepen.
Volgens mbo-bestuurders staan de scholen garant voor vakmanschap door de intense samenwerking met bedrijven. Zij vinden dat de ontwikkeling van vakmanschap het best tot haar recht komt door een leven lang leren. De stagebedrijven verwachten het van één stevige brede beroepsopleiding.
De studenten zijn positief over hun toekomst op de arbeidsmarkt. Ruim de helft schat de kans op een baan hoog in. Ruim twee op de drie studenten denken vijf jaar na het afstuderen nog steeds hetzelfde beroep te hebben. Om een vakman te worden, vinden zij het belangrijk veel praktijkervaring op te doen.
Vakmanschap is goed voor de economie, vinden mbo-bestuurders, studenten en stagebedrijven. Tegelijk constateren ze dat vakmanschap maatschappelijk onvoldoende wordt gewaardeerd.
Het onderzoek ”Peter de Grote en vakmanschap” werd uitgevoerd samen met de MBO Raad en de Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven.