Elisabeth Eybers dicht dicht bij huis
De Zuid-Afrikaans-Nederlandse dichteres Elisabeth Eybers (1915-2007) kende de verhalen uit de Bijbel van haver tot gort.
In haar vanaf 1936 gepubliceerde bundels komen namen en begrippen voor als Maria Magdalena, Getsémané, de Jabbok, Eva, Hagar, Sara, Job, Thomas en Maria, de moeder van Jezus. Deze dichteres eigent zich de Bijbelse geschiedenissen toe door naar de menselijke emoties achter de verhalen te vragen.
In het beroemde gedicht ”Maria” uit de bundel ”Belydenis in die skemering” (1936) vergelijkt de dichteres de gevoelens van de zwangere en later prille moeder Maria met die van de eenzame, lijdende Jezus Christus. De vereenzelviging verloopt via het vermogen om de Bijbelse mensen in hun vragen en tekortkomingen te begrijpen.
Elisabeth Eybers wil geen traditionele uitleg van de Bijbelverhalen, maar een antwoord op haar brandende vragen. Daarom is zij geraakt door een zuchtende Jozef in het door haar vertaalde gedicht ”Die skrynwerker van Nasaret” van de Cubaanse dichter José-Maria de Hérédia. Haar eigenzinnigheid heeft tot gevolg dat zij haar leven lang in discussie is met haar vader, die theologie studeerde aan de Vrije Universiteit en predikant was van de Nederduitse Gereformeerde Kerk in het West-Transvaalse Schweizer-Reneke.
In de door de Nederlandse letterkundige Alfred Schaffer verzorgde bloemlezing ”My radarhart laat niks ontglip” uit de gedichten van Elisabeth Eybers is geen thematische lijn te ontdekken. Schaffer heeft uit het geheel van rond de 900 gedichten die gedichten uitgekozen die hem het meest aanspraken.
Het resultaat is ronduit verrassend. Terwijl ik alle gedichten van Elisabeth Eybers meerdere keren had gelezen, waren veel van deze 59 gedichten nieuw voor me. Ik wist wel dat het herlezen van deze poëzie altijd nieuwe betekenissen oplevert, maar niet dat ik met iets geheel nieuws zou worden geconfronteerd.
Alfred Schaffer vertelt in zijn aardige voorwoord bij deze uitgave dat Elisabeth Eybers altijd „dicht bij huis dichtte.” De eerste bundels gaan veelal over de overweldigende liefdeservaringen van een jonge vrouw, over haar diepe emoties van verwondering bij het pas geboren, onuitsprekelijk lieflijke, kwetsbare kind en ook over de gevaren van vervreemding tussen haar en haar man.
Later komen vragen over de dood naar voren. Eenzaamheid en ontheemding worden prominent in haar poëzie na de verhuizing in 1961 van Johannesburg naar Amsterdam. Ook dan geldt Schaffers uitspraak over de nauwe relatie tussen de gedichten en de dagelijkse ervaringen. Het uitzicht uit een raam, de bevroren vaart en het open water onder een brug, een boom in bloei, al deze kleine waarnemingen kunnen tot een krachtig bewustzijn van de samenhang van alle dingen leiden. Dat bewustzijn komt tot uitdrukking in het gedicht, zoals bijvoorbeeld in het gedicht over het lieveheersbeestje:
Besoek uit die eter
’n Diertjie van ons liewe Heer
kom op sy rondvlug my vereer
met ’n verkenning van my hand.
Vyf gitswart stippels op sy rug
teken sy koers, ligter dan lug
deurkruis hy die dor kneukelland,
ontsluit sy gladgelakte dop
en steek sy gaasdun vlerkies op.
Ek kan nie sy oorwegings lees
en hoop hy weet waar hy moet wees.
Er valt veel over dit door een fijne humor gedragen gedicht te zeggen. De tegenstelling tussen de lichtheid van het bestaan van het diertje en de hoekige, door hun dorheid knekelachtige knokkels van de dichteres is het belangrijkst. Erg mooi vind ik de bescheidenheid van de spreekster ten opzichte van de gedachten van het diertje, terwijl zij haar verlangen naar een levensdoel op hem of haar projecteert.
De bloemlezing bevat gedichten over het Zuid-Afrikaanse landschap, over het contrast tussen Zuid-Afrika en Nederland, Emily Dickinson, hoofdpijn, over een geliefde die nabij en afstandelijk is en over de zin van het leven. Gedichten die dicht bij huis blijven, kunnen een geweldige diepte krijgen. Elisabeth Eybers laat dat zien, met ironie en met verbondenheid.
Boekgegevens
”My radarhart laat niks ontglip”, Elisabeth Eybers (gekozen en ingeleid door Alfred Schaffer); uitg. Van Oorschot, Amsterdam, 2013; ISBN 978 90 28250 89 5; 83 blz.; € 12,50.