Na bijna 4 uur handel stond de Dow-Jonesindex 0,3 procent lager op 14.983 punten. De brede S&P 500 noteerde nagenoeg onveranderd op 1613 punten. Technologiegraadmeter Nasdaq steeg 0,3 procent tot 3410 punten.

In het eerste handelsuur kwamen wisselende berichten over de Amerikaanse economie naar buiten. De groei van de economische activiteit in de regio rond Chicago bleek deze maand sterker te zijn teruggevallen dan verwacht. Het consumentenvertrouwen ontwikkelde zich daarentegen positiever dan gedacht. Het vertrouwen nam wat af ten opzichte van mei, maar niet zo sterk als op basis van een eerdere schatting werd gemeld.

Het aandeel Blackberry kelderde met circa 25 procent. De Canadese mobieltjesmaker leed vorig kwartaal een verlies van 84 miljoen dollar (64 miljoen euro). Een jaar eerder bedroeg het verlies nog 518 miljoen dollar, maar in het voorgaande kwartaal werd wel een winst van 98 miljoen dollar behaald. De omzet steeg bovendien minder sterk dan verwacht.

Het accountancy- en adviesbedrijf Accenture werd ruim 10 procent minder waard. Het bedrijf schat de omzet van het afgelopen kwartaal in op 6,7 tot 7 miljard dollar, terwijl analisten gemiddeld rekenden op 7,4 miljard dollar.

In de Dow Jones stond computerbedrijf IBM zonder direct aanwijsbare reden onderaan met een verlies van 2 procent. De grootste winst was met een plus van 1,6 procent voor doe-het-zelfketen Home Depot.

De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg met 0,4 procent tot 97,43 dollar. De euro werd voor 1,3005 dollar verhandeld, tegen 1,3010 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag.