De zaak kwam na een lange juridische omzwerving terecht bij de rechtbank in Amsterdam, die zich er vrijdag over boog. Wedzinga was er zelf niet. Zijn advocaat Peter Plasman betoogde dat de zaak niet mag worden doorgezet, omdat het Openbaar Ministerie (OM) in eerste instantie zelf besloot bij gebrek aan bewijs niet tot vervolging over te gaan. Op zo’n sepot mag alleen worden teruggekomen als er een nieuwe aanleiding is voor de verdenking, aldus Plasman.

Die is er niet, meent hij. Dat het OM nu wel wil vervolgen, komt door een „gewijzigd inzicht”. Volgens Plasman geldt dat juridisch gezien niet als een goede reden.

De rechtbank doet over 2 weken uitspraak over de bezwaren van Plasman. Als zij erin meegaat, volgt er geen inhoudelijke behandeling van de zaak.

Wedzinga was jaren geleden als raadsheer medeverantwoordelijk voor de veroordeling van Danny K., in de zaak rond een gewelddadige overval op een filiaal van Geldnet. Later liet hij aan de advocaat van K. onder meer weten dat hij ernstige twijfels had gehad toen hij de zaak moest beoordelen. Het Leeuwarder hof, zijn werkgever, pikte die openhartigheid niet. Rechters mogen niets zeggen over wat zij in een raadkamer bespreken.

De 55-jarige Wedzinga haalde in 2006 voor het eerst het nieuws toen hij, wegens mishandeling van zijn vriendin, werd vervolgd en later veroordeeld. Hij bedacht de bijnaam „de rammende rechter” voor zichzelf. Ook nadien kwam de ex-magistraat herhaaldelijk in de strafrechtelijke problemen.