Kerk & religie

Kerk en kunstenaar werken samen aan „creatief diaconaat”

Een kerk die samen met jonge creatieve professionals optrekt ten dienste van de samenleving. Dat concept zou nieuwe mogelijkheden bieden om als christelijke gemeente in de stad present te zijn. Het boek ”Creatief diaconaat” biedt voorbeelden en handvatten.

Michiel Bakker
25 June 2013 16:12Gewijzigd op 15 November 2020 04:24
Een kunstenaar maakte in samenwerking met Haagse wijkbewoners negentien banken met mozaïeken. Bij twee daarvan was ook een kerk betrokken. beeld Laakse Wijken
Een kunstenaar maakte in samenwerking met Haagse wijkbewoners negentien banken met mozaïeken. Bij twee daarvan was ook een kerk betrokken. beeld Laakse Wijken

Het ”Jaar van de Samaritaan”. Onder die noemer organiseerde de Protestantse Diaconie Amsterdam enkele jaren geleden een project om de bekende gelijkenis onder de aandacht te brengen van een breed publiek. Zes beeldend kunstenaars kregen de vraag een nieuw kunstvoorwerp te maken, met als uitgangspunt het Bijbelgedeelte over de barmhartige Samaritaan in relatie tot het werk van de diaconie in de stad.

Daaromheen werden diverse activiteiten georganiseerd, waaronder een project voor scholen. Hiervoor schakelde kunsthistorica Irma Enklaar studenten van de Academie voor Beeldende Vorming in. Zij kozen voor het motto ”Help!” om de thema’s hulp geven en hulp aanvaarden –twee aspecten van de gelijkenis– onder de aandacht te brengen. Dat leek hen voor jongeren een aansprekender titel dan barmhartigheid.

Het Amsterdamse project is een van de voorbeelden die Nico van der Perk voor ”Creatief diaconaat” beschreef. Hij raakte indertijd geboeid door het idee om onder anderen kunstenaars, ontwerpers en architecten –al dan niet christelijk– bij het diaconale werk te betrekken. In 2008 begon hij als „een van de eerste zzp’ers op diaconaal terrein” de mogelijkheden te verkennen.

Van der Perk stierf vorig jaar, toen ”Creatief diaconaat” nog niet gereed was. Emeritus predikant ds. Dick van Kampen, oud-voorzitter van het Beraad Grote Steden binnen de Protestantse Kerk, en dr. Herman Noordegraaf, bijzonder hoogleraar diaconaat aan de Protestantse Theologische Universiteit, rondden de publicatie af. Het boek verscheen onlangs bij uitgeverij Skandalon.

Noordegraaf werd in 2008 door Van der Perk benaderd over zijn plannen op het gebied van creatief diaconaat. „Ik vond het een verrassende invalshoek en was vooral nieuwsgierig wat deze zou opleveren. Mij waren niet veel voorbeelden bekend van diaconieën die samenwerken met de creatieve klasse, maar er bleken er toch heel wat te zijn.”

Diaconaat is een taak van de kerk. Wat voor reden ziet u om hierbij samen te werken met buitenkerkelijke professionals?

„Mensen uit de creatieve sector kunnen kerkelijk betrokken zijn –daarvan staan een paar voorbeelden in het boek–, maar in veel gevallen is dat inderdaad niet zo. Via het diaconaat zet de kerk zich in voor verbetering van de samenleving. Daarbij kan en moet ze samenwerken met anderen die hetzelfde nastreven. Het is dan van belang dat je als kerk vanaf de eerste fase van een project duidelijk bent over je eigen drijfveer, je motivatie, je geloof.”

Geef je je identiteit als kerk niet prijs als je, zoals het boek beschrijft, samenwerkt met mensen die zich verwant voelen met new age of het boeddhisme?

„In de voorbeelden in het boek geven kerken nadrukkelijk hun motivatie voor de diaconale inzet aan. Van daaruit kun je met anderen samenwerken om bijvoorbeeld concreet de leefbaarheid van een wijk te vergroten. Er blijken bij verschil in geloofsachtergrond en motivatie overeenkomsten te zijn in de inzet voor mensen in nood en een gedrevenheid die zich uit in compassie.”

De ene kerk draagt bij aan het plaatsen van kunstzinnige banken in de wijk, een andere start een literaire kring. Wat heeft dat met diaconaat te maken?

„Diaconaat is meer dan hulpverlening aan mensen met materiële of sociale nood. Het beoogt ook ontmoetingen tot stand te brengen tussen mensen en groepen die elkaar doorgaans weinig tegenkomen, bijvoorbeeld uit de hogere en de lagere economische klassen. Je kunt dat werken aan gemeenschap noemen of het bevorderen van sociale cohesie. Dat is een belangrijk onderdeel van het diaconaat. De genoemde activiteiten kunnen daaraan bijdragen.”

Welk project uit het boek spreekt u het meest aan?

„Als het gaat om de drie speciale proefprojecten denk ik aan ”De omgekeerde wereld” in Vlaardingen. De protestantse gemeente daar nam het initiatief voor de herinrichting van de buitenruimte rond De Windwijzer, een ontmoetingscentrum in een voormalig kerkgebouw.

De kerk zocht aansluiting bij de thema’s bezinning, dienstbaarheid en ontmoeting. Buiten werden tafels met banken op twee mozaïeken van halve wereldbollen geplaatst. Deze ”wereldtafel” leidt tot ontmoeting en gesprek. Zo kun je een bijdrage leveren aan het bevorderen van sociale samenhang in de buurt. Daarbij kun je ook iets kwijt over de betekenis van ontmoeting in het christelijk geloof.

Wat me ook erg aanspreekt, zijn de ”social sofa’s” in Den Haag. Een kunstenaar maakte in samenwerking met wijkbewoners, die door dit project op elkaar betrokken raakten, negentien banken met mozaïeken. Bij twee daarvan was ook een kerk betrokken. Vanuit de protestantse gemeente in Utrecht wil men eveneens met dit concept gaan werken.”

Wat ziet u als de belangrijkste valkuil op de weg van creatief diaconaat?

„In het boek noemen we diverse aandachtspunten, zowel op het spirituele als op het praktische vlak. Belangrijk is bijvoorbeeld dat je goed afspreekt waarom en waartoe je iets doet en dat je er alert op bent dat projecten geen eigen leven gaan leiden, los van de kerk.”

>>rd.nl/diaconaat

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer