Cultuur & boeken

Hilly Delfsma kruipt in de huid van een kindsoldaat

Een toetje in de hand, een brede glimlach op haar gezicht. Schrijfster Hilly Delfsma heeft de christelijke kinderboekenprijs Het Hoogste Woord gewonnen. Tien jaar worstelde ze met het winnende verhaal ”Josephine”. In stilte geniet ze van de bekroning op haar werk. „Ik ben er nog wat beduusd van.”

Jacomijn Ariakhah

22 June 2013 12:10Gewijzigd op 15 November 2020 04:21
Schrijfster Hilly Delfsma won vrijdagavond met haar boek ”Josephine” Het Hoogste Woord voor het beste christelijke kinderboek. Foto Dik Vos
Schrijfster Hilly Delfsma won vrijdagavond met haar boek ”Josephine” Het Hoogste Woord voor het beste christelijke kinderboek. Foto Dik Vos

Het boek heeft een bijzondere ontstaansgeschiedenis.

„Dat klopt. In 2001 ontmoette ik bij een vriendin in Afrika Emmanuel, een ex-kindsoldaat. Hij wilde me zijn verhaal vertellen in de hoop dat ik daar iets mee zou kunnen doen. Maar ik schrijf kinderboeken, dus zei ik: „Sorry, dat gaat niet.” Hij was erg teleurgesteld.

Ik ben terug naar Nederland gegaan, maar zijn verhaal liet me niet los. Ik heb geprobeerd nogmaals contact te zoeken. Toen dat niet lukte, ben ik zelf informatie gaan verzamelen over kindsoldaten en begonnen met schrijven.

Het boek is uiteindelijk niet het levensverhaal van Emanuel geworden, maar ik heb het wel aan hem opgedragen. Hij heeft mij een wereld laten zien die ik niet kende.”

Het moet voor een auteur moeilijk zijn om zich met kindsoldaten te identificeren.

„Het was heel zwaar. Ik wist natuurlijk niet wat het is om een kindsoldaat te zijn, maar moest toch de bijbehorende emoties tevoorschijn halen. Ik heb zelfs serieus overwogen om mee te doen met een oorlogstraining voor journalisten, maar dat uiteindelijk niet gedaan. Ik ben tenslotte schrijver, geen journalist.

Vaak is het verhaal in de la beland omdat het te zwaar was om er aan één stuk aan door te werken. Ik zat voor mijn gevoel zelf in die oorlog. Ik droomde er ’s nachts zelfs van. Uiteindelijk heb ik er tien jaar over gedaan om het af te ronden.”

Welke gruwelijkheden zet je wel en welke niet in een kinderboek over kindsoldaten?

„Ik was me tijdens het schrijven niet zo bewust van mijn lezer. Ik wist alleen dat het verhaal geschreven moest worden en leesbaar moest zijn. Daarom heb ik het ook niet specifiek voor kinderen geschreven. Ik dacht: het komt er uit zoals het er uit komt.”

De jury roemt u onder meer omdat u de kunst van het weglaten bezit. Waar zit ’m dat in, denkt u?

„Het verhaal heeft verschillende versies gehad. Eerst was het één lange rij van ellende. Soms haalde ik stukken weg maar bleef de ellende die daar beschreven stond toch doorklinken. Andere keren liet de ellende zich niet beschrijven. Dan gaf ik alleen aan welke richting het op ging. De rest moest de lezer er zelf maar bij bedenken.”

Uw vorige boek ging over Afrikaanse straatkinderen. U heeft iets met sociale thema’s?

„Die liggen me inderdaad. Ik zou graag Pippi Langkousboeken willen schrijven, maar die komen niet uit mijn pen.”

Het christelijk geloof komt niet of nauwelijks ter sprake in uw boek. Waarom hebt u daarvoor gekozen?

„Ik verzin een verhaal met de daarbij behorende personages. God daarin voegen, kan ik niet zomaar. Voor mijn gevoel span ik Hem dan voor mijn karretje.

Wel laten de twee oude mensen die zich om Josephine bekommeren met hun daden duidelijk zien dat ze christen zijn. Maar het staat er niet. Alleen als de man van het stel Josephine vindt, spreekt hij tot God. Dan staat er U, met een hoofdletter. Verder niets.”

Dat ziet u niet als uw taak?

„Ik ben christen, en dat blijkt ook ongetwijfeld uit de normen en waarden die ik doorgeef in mijn verhalen. Maar ik wil niet boven mijn verhaal gaan staan en er een sausje overheen gieten. Ik wil in het verhaal zitten. Dat maakte het schrijven van dit boek ook zo zwaar.”

Een winnaar van Het Hoogste Woord moet bij een volgend boek aan hoge verwachtingen voldoen.

„Ik voel wel iets van druk, maar wil daar niet aan toegeven. Toch ben ik me er in mijn achterhoofd van bewust dat nu meer mensen zitten te wachten op mijn derde boek.”


Buffet, ballades en twee winnaars

Heerlijke geuren komen over de Urker kade drijven, deze vrijdagavond. Wie zijn neus volgt, komt bij boekhandel Koster uit. Aan de zijkant van de boekenzaak staat een stevige, witte tent opgesteld. Statafels vol hapjes, broodjes, rijst en soep staan klaar voor de genodigden van de bekendmaking van de kinderboekenprijzen Het Hoogste Woord en de Eigenwijsprijs.

Schrijver Hans Mijnders staat tevreden in een hoekje van de tent te wachten tot de maaltijd begint. Hij kreeg de meeste stemmen van kinderen en won daardoor voor de zesde maal de Eigenwijsprijs. „Leuk”, vindt hij, „al had ik er ook vrede mee gehad als een van de andere genomineerden (Bert Wiersema en J. F. van der Poel, red.) had gewonnen.”

Of het niet gaat wennen na zes keer? „Juist niet”, zegt hij. „Het wordt steeds wonderlijker dat kinderen je boeken graag blijven lezen. Al heb ik mijn winst vast ook te danken aan het feit dat ik boeken schrijf voor oudere kinderen. Die stemmen nu eenmaal vaker dan jonge kinderen.”

Als de genodigden zich te goed hebben gedaan aan het buffet, is het tijd voor een speciale Urker verrassing: het Zuiderzeekoor zingt op een roestig schip ballades over het zeeleven, begeleid door een accordeon. Als laatste voeren ze een speciaal voor Het Hoogste Woord geschreven lied op. „Eens was ik genomineerd, nu ben ik het verleerd. Nieuwe namen komen voorbij. Er komt geen einde aan vele boeken. Geloof het maar, mijn zoon, nu oogsten zij!”

Dan volgt het moment waarop iedereen had gewacht: de uitreiking van Het Hoogste Woord, de juryprijs voor het beste christelijke kinderboek. Genomineerden: Hilly Delfsma met ”Josephine”, Judith Janssen met ”Storm!” en Ineke Kraijo met ”Kate”. De drie auteurs krijgen van de jury veel lof toegezwaaid. „Genomineerd zijn is niet zomaar wat”, aldus juryvoorzitter Annemarie Prins. „Dat betekent dat je boven het maaiveld uitsteekt.”

Uiteindelijk kan er echter maar één de winnaar zijn: Hilly Delfsma. „Hilly heeft me geraakt”, zegt Prins. „Ik kreeg het boek niet meer uit mijn gedachten. Het is haar gelukt mij het verhaal in te sleuren en het levensecht te maken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer