Partijvoorzitter Benk Korthals pleitte een maand geleden tijdens een VVD-congres in Maarssen juist wel voor de invoering van een kiesdrempel van minstens 2 procent. Er zouden dan minder partijen in de Kamer komen, waardoor die efficiënter kan opereren, aldus Korthals.

De auteurs van het rapport zien dat anders. Volgens hen is het Nederlandse parlement dankzij het stelsel van evenredige vertegenwoordiging zeer toegankelijk voor politieke minderheden en nieuwkomers. Het vervult daarmee zijn representatiefunctie uitstekend. Ook in de VVD-fractie lijkt weinig enthousiasme te bestaan voor het invoeren van een kiesdrempel.

Aan een districtenstelsel, waarbij kiezers op regionale kandidaten kunnen stemmen, is volgens de auteurs van het rapport evenmin behoefte. Zij denken dat het achterhaald is om „een sterkere band tussen kiezer en gekozenen in de geografie te zoeken, zeker in een klein land als Nederland met een mobiele bevolking”.

Het rapport adviseert verder om partijleden de mogelijkheid te geven om zich tijdens een congres uit te spreken over kabinetsdeelname van de VVD. „Het is niet vreemd om aan partijleden een nieuw mandaat te vragen zodra de fractie niet langer het verkiezingsprogramma, maar het regeerakkoord als uitgangspunt neemt.”

De liberale achterban lijkt daar overigens anders over te denken. Een voorstel van het partijbestuur om de leden via discussies meer te betrekken bij het regeerakkoord werd tijdens het laatste VVD-congres verworpen.

Het rapport bepleit daarnaast om fractieleden van de VVD meer ruimte te geven voor afwijkend stemgedrag en om een transparantere procedure te hanteren bij het opstellen van kandidatenlijsten. Ook zou het makkelijker moeten worden met voorkeurstemmen gekozen te worden.

Het rapport plaatst ook kanttekeningen bij de rol van sociale media. De auteurs betwijfelen of die door hun vluchtigheid, beknoptheid en oppervlakkigheid een positieve invloed hebben op de vertegenwoordigende democratie.