Eurostat onderzocht de prijzen van een vergelijkbaar mandje voedingsmiddelen en niet-alcoholische dranken in de 27 EU-lidstaten. Daaruit bleek dat de prijzen in het duurste land (Denemarken ) ruim twee keer hoger zijn dan in het goedkoopste land (Polen). In Denemarken kosten de onderzochte artikelen 43 procent meer dan het Europees gemiddelde, in Polen bijna 40 procent minder.

Eurostat keek ook naar de prijzen van tabak en alcohol. Alcoholische dranken zijn in de EU het goedkoopst verkrijgbaar in Bulgarije. Daar kost drank maar twee derde van de gemiddelde prijs in de EU. Drinkers zijn in Finland het duurste uit, daar is de prijs van alcohol driekwart hoger dan het Europees gemiddelde. In Nederland liggen de drankprijzen 4 procent onder de doorsneeprijs van de EU-landen.

Tabak is het duurst in Ierland, waar rokers twee keer meer betalen dan gemiddeld. In Hongarije kost tabak net iets meer dan de helft van het gemiddelde. Nederlandse rokers betalen 8 procent meer dan gemiddeld.

Buiten de EU is het leven vooral opvallend duur in Noorwegen. Voedingsmiddelen kosten er 86 procent meer dan het EU-gemiddelde, terwijl alcohol en tabak bijna drie keer duurder zijn dan in de lidstaten van de EU. In Macedonië en Albanië liggen de prijzen het laagst. Tabak kost er slechts een kwart van de gemiddelde Europese prijs en alcohol is er circa 30 procent goedkoper dan in de EU. De prijzen van voedingsmiddelen liggen er op 60 tot 70 procent van het gemiddelde.