„Start les Engels niet in groep 1, maar in groep 3”
NIJMEGEN. De stelling dat je het leren van een vreemde taal niet vroeg genoeg kunt beginnen, gaat niet helemaal op. Starten met Engels leren in groep 1 van de basisschool is niet verkeerd, maar beginnen in groep 3 verdient de voorkeur.
Dat stelt Vanessa Lobo in het proefschrift ”L2 teaching at a very young age: a study of Dutch schools” waarop ze op 1 juli promoveert aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Of kinderen in groep 1 of in groep 3 beginnen met Engels, maakt geen verschil voor taalverwerving en uitspraak: beide groepen ontwikkelen zich daarin even sterk, constateert Lobo. Wel gebruiken de kinderen van groep 3 in de les meer Engelse woordjes in hun zinnen, zowel in interacties met de leerkracht als in onderlinge gesprekken („juffrouw Vanessa, mag ik de scissors doen?”).
Ook zijn ze gemiddeld enthousiaster over het leren van Engels dan de groep 1-kinderen. Op de vraag aan het eind van het lesprogramma of leerlingen zelf vinden dat ze nu ook Engels kunnen spreken en begrijpen, antwoordt ongeveer 90 procent in groep 3 bevestigend. In groep 1 is dat slechts zo’n 70 procent.
Engels op de basisschool is verplicht vanaf groep 7, maar steeds meer scholen starten al eerder. De interesse voor vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto), neemt ook toe: in 2004 begonnen 44 scholen in Nederland er in groep 1 mee, in 2012 waren het er 861. Vorig jaar bleek uit onderzoek –in opdracht van het ministerie van Onderwijs– dat vier- en vijfjarigen goed in staat zijn Engels te leren.
Vanessa Lobo, geboren in India en opgegroeid in Engeland, is een native speaker Engels met ruime ervaring als docent Engels als tweede taal. Haar onderzoek bestaat dan ook niet alleen uit observatie: ze gaf zelf in totaal 230 Engelse lessen aan de 178 kinderen die ze onderzocht, één of twee keer per week een halfuur. Dat deed ze volgens de methode content & language integrated learning (CLIL): er is dan geen sprake van een afzonderlijke Engelse les, maar één vak (in Lobo’s geval: handvaardigheid of gymnastiek) wordt in het Engels gegeven. Het is dezelfde methode die in het tweetalig onderwijs (tto) in het voortgezet onderwijs wordt toegepast.
Vroeg beginnen met Engels is hoe dan ook niet slecht, stelt Lobo: kinderen leren er wat van en zijn er over het algemeen enthousiast over. „Ik heb dat ervaren, maar ik heb het ook gevraagd aan de kinderen. En zowel in groep 1 als in groep 3 vindt 10 procent Engelse les in het begin een beetje eng, maar na een paar lessen leuk.
Wel wilde een meerderheid van de groep 3-kinderen doorgaan met Engels, terwijl ongeveer de helft van de groep 1-kinderen juist liever wilde stoppen aan het eind van het programma. Waarbij als belangrijkste reden werd genoemd dat de lessen van een halfuur soms lang duurden.”
Of vroeg beginnen tot een betere beheersing van het Engels leidt aan het eind van de basisschool, heeft Lobo niet onderzocht. „Wat daarvoor in ieder geval van belang lijkt, is dat er sprake is van een doorlopende leerlijn. Nu zie je scholen vaak in groep 1 starten met Engels en dan in groep 3 ophouden, omdat kinderen dan Nederlands leren lezen en schrijven. Dat zou dan te verwarrend worden. Dat dat niet zo hoeft te zijn, zie je wel aan de kinderen die juist in groep 3 beginnen.”