Zwarte minister wil „nieuw Italië”
Sinds Cécile Kyenge acht weken geleden minister van Integratie werd, heeft Italië zich van zijn beste én slechtste kant laten zien. Kyenge is de dochter van een Congolees stamhoofd en woont sinds haar studietijd in Italie. Ze is de eerste zwarte minister van Italië en wil laten zien dat er een nieuwe wind waait in Italië.
Voor een aantal Italianen is een zwarte minister moeilijk te verkroppen. Exponenten van de xenofobische partij Lega Nord, die niet deelneemt aan de regering-Letta, uitten zich dan ook in plat rascisme. „Het schelden en bedreigen gaan je niet in de koude kleren zitten. Toch vat ik de aanvallen niet persoonlijk op, maar gericht tegen iedereen”, zei Kyenge gisteren in Rome tijdens een persbijeenkomst.
Ze illustreert dit met een verhaal. „Ik was vorige week in de synagoge van Rome, en zag in het Joods Museum een tentoonstelling over Primo Levi. Een van de opstellingen betrof een spiegel waarin je jezelf terugzag als een kampbewoner.” Om daarmee aan te geven: we zitten allemaal in hetzelfde schuitje.
Bang of niet, de 49-jarige Kyenge kwam gisteren met vier imposante bodyguards naar de bijeenkomst. Dat machtsvertoon stuit soms op onbegrip, ook al heeft elke Italiaanse minister het recht zich te laten vergezellen door politie in burger.
Vorige week kwam Kyenge in de knel toen ze tijdens een bezoek in Milaan met drie auto’s kwam aanrijden vanuit de verboden richting in een straat met eenrichtingsverkeer. Omstanders riepen: „Schande, schande.” De rechtse krant Il Giornale becommentarieerde het voorval: „De minister is zo goed geïntegreerd dat ze met een regeringsauto tegen het verkeer inrijdt.”
Kyenge, die van beroep arts is, heeft echter ook veel bijval gekregen. Italië toont de wereld volgens hen eens een ander gezicht dan dat van Berlusconi. Ze is de eerste zwarte minister, en ook nog een immigrant van de eerste generatie.
Het feit dat een minister alleen de portefeuille Integratie heeft, lijkt een belangrijk teken dat het Italië ernst is om het immigratievraagstuk serieus aan te pakken. De coalitie van premier Enrico Letta is weliswaar Kamerbreed, maar daarmee ook erg kwetsbaar. Kyenge lijkt daarom haast te hebben.
Haar grootste wens is dat kinderen die in Italië zijn geboren uit (legaal verblijvende) buitenlandse ouders automatisch de Italiaanse nationaliteit krijgen. Maar niet iedereen binnen de regering staat achter dit zogenaamde ”ius soli”-principe. Momenteel is de situatie dat een buitenlands kind vanaf zijn 18e verjaardag recht heeft op de Italiaanse nationaliteit, maar het is geen automatisme.
Het bureaucratisch proces is langdurig en er worden veel fouten gemaakt. „Dat moet echt worden verbeterd. Je kunt een kind dat in Italië geboren en getogen is,en vanaf zijn 18e het felbegeerde papiertje denkt te krijgen, niet afwijzen omdat de ouders onvoldoende geïnformeerd zijn en zij hun verblijf in Italië een paar jaar niet hebben kunnen aantonen.”
Ook voor immigranten die niet in Italië zijn geboren, is het moeilijk om Italiaans te worden. „Ik ben in 1995 Italiaanse geworden, maar doorslaggevend was dat ik getrouwd was met een Italiaan.” Het paar heeft twee kinderen.
Kyenge, die ontkent dat Italianen racistischer zijn dan anderen, vindt het prettig het boegbeeld te zijn van wat zij „het nieuwe Italië” noemt. „Mijn eerste buitenlandse bezoek was aan de VN in Genève, om te laten zien dat er in Italië een nieuwe wind waait.” Volgende maand reist ze naar Brussel, om binnen de EU te praten over een Europese aanpak over het recht op nationaliteit.
Christelijk
De Congolees-Italiaanse minister komt uit de Democratische Partij en heeft een christelijke achtergrond. Dit blijkt ook uit haar woordkeuze. „Als medicus ben ik missionaris. Dat betekent voor mij: je in dienst stellen van anderen. Die missie had ik in Congo, die heb ik in Italië.”
Dankzij de hulp van een rooms-katholieke bisschop kwam zij in 1983 in Italië, waar ze aan een rooms-katholieke universiteit studeerde.
Italie was traditiegetrouw een land van emigranten. Pas sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is Italie een importland. In de laatste vijftien jaar is het aantal buitenlanders gegroeid van 500.000 naar ongeveer 5 miljoen, met alle vraagstukken omtrent integratie en identiteit van dien. Kyenge heeft oplossingen: „We kunnen leren van modellen uit het buitenland.”