Economie

Hoge melkprijs voor de boer is geen garantie voor de toekomst

LANGERAK. Met het einde van de Europese melkquotering in zicht, wordt de melkprijs voor de Nederlandse boer steeds meer afhankelijk van de zuivelprijzen op de wereldmarkt. De vooruitzichten voor dit jaar zijn gunstig, maar dat is geen garantie voor de toekomst.

20 June 2013 12:00Gewijzigd op 15 November 2020 04:17
Beeld ANP
Beeld ANP

Boerenorganisatie LTO presenteerde donderdagmorgen in Langerak zijn jaarlijkse internationale melkprijsvergelijking. Op de lijst van zeventien grote West-Europese zuivelondernemingen staat FrieslandCampina op de derde plek. Het coöperatieve concern, dat pakweg 80 procent van de Nederlandse melk verwerkt, betaalde zijn boeren vorig jaar gemiddeld 35,19 euro per 100 kilo uit. DOC Kaas staat met 33,42 euro op de achtste plaats.

Bovenaan de lijst staat de Finse zuivelonderneming Hämeenlinnan met 44,06 euro. Het Noord-Italiaanse Granarolo is met 40,73 euro nummer twee. Het Britse Dairy Crest, dat vorig jaar nog bijna onderaan de lijst bungelde, staat nu met 35,15 euro op de vierde plaats.

Terwijl de Nederlandse boeren een lagere prijs ontvingen dan in 2011 (FrieslandCampina -5,3 procent, DOC -9,3 procent), waren de Britse melkprijzen vorig jaar hoger dan ooit. Dat heeft volgens LTO alles te maken met de afwijkende zuivelmarkt in het land. Omdat meer dan de helft van de melk er wordt verwerkt tot consumptiemelk, leunt die sterk op binnenlandse ontwikkelingen. Vorig jaar was de aanvoer van de Britse boeren door extreem weer kleiner.

Het Deense Arla (nummer 5 op de ranglijst) en de Franse zuivelbedrijven Danone (6) en Bongrain (7) zitten FrieslandCampina op dicht op de hielen met prijzen tussen de 33,48 en 34,21 euro. Zij wisten de daling van hun boerenmelkprijs ten opzichte van 2011 beperkt te houden tot zo’n 2,5 procent.

Voorzitter Kees Romijn van de LTO-vakgroep Melkveehouderij kenschetst 2012 als een jaar met relatief goede melkprijzen. Toch zullen de meeste boeren met weinig plezier terugkijken, schrijft hij in zijn voorwoord op het rapport van de melkprijsvergelijking. Het veevoer was door tegenvallende oogsten duur, waardoor de inkomens van de veehouders onder druk stonden.

In 2013 zijn de melkprijzen door een krapte op de wereldmarkt flink gaan stijgen. Boeren in Nieuw-Zeeland, een grote melkproducent, kampen met droogte. Aan de andere kant is onder meer de vraag naar melkpoeder in China groot. FrieslandCampina heeft zijn zogenoemde garantieprijs voor de maand juni bepaald op 40 euro per 100 kilo. Dat niveau werd sinds de fusie tussen Friesland Foods en Campina eind 2008 nog niet eerder bereikt.

Romijn verwacht dat de melkprijzen voor de boeren voorlopig hoog zullen blijven. „Maar de situatie kan over een jaar weer heel anders zijn”, waarschuwde hij vanmorgen.

Het Europese melkquotum verdwijnt op 31 maart 2015. Vanaf dat moment zijn de Europese boeren voor hun melkprijs helemaal afhankelijk van de prestaties van hun eigen zuivelondernemingen op de wereldmarkt. Wereldmarktprijzen schommelen voortdurend. Dat betekent dat ook de melkprijzen sterker op en neer zullen gaan dan de boeren de afgelopen tientallen jaren gewend waren.

Aan de kostenkant lijkt de situatie te verbeteren. Als extreme weersomstandigheden in de grote graanproducerende gebieden in de wereld geen roet in het eten gooien, verwacht LTO een daling van de voerprijzen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer