Horn verwierf wereldwijde bekendheid als minister van Buitenlandse Zaken in de laatste communistische regering van Hongarije. Samen met zijn Oostenrijkse collega Alois Mock knipte hij op 27 juni 1989 het prikkeldraad aan de grens door.

Dit was het symbolische einde van het IJzeren Gordijn, dat decennialang het bolsjewistische Oost-Europa van het vrije Westen had gescheiden. Vervolgens liet Hongarije nog voor de val van de Berlijnse Muur tienduizenden DDR-burgers naar het Westen reizen.

Van 1994 tot 1998 was Horn de premier van de tweede democratisch gekozen regering van Hongarije na de val van het communisme. Sinds 2007 lag hij in coma.