Geloofszekerheid in het verpleeghuis
Geloofszekerheid. In mijn pastorale arbeid binnen het verpleeghuis kom ik telkens deze aangelegen zaak tegen. Vanzelfsprekend gaat het mij bij dit onderwerp niet om een theologische verhandeling. Daar zijn vele boeken over verschenen. Het gaat mij slechts over de pastorale praktijk en hoe hiermee om te gaan.
Het pastorale werk in het verpleeghuis overziende met het oog op geloofszekerheid moet ik zeggen dat dit bij de één meer op de achtergrond van zijn gedachten leeft en dat het bij de ander in elk gesprek ter sprake wordt gebracht. Voorbeelden daarvan zijn uitdrukkingen als: ”ik weet niet of ik wel uitverkoren ben”, ”ik heb nog geen zekerheid”, ”als ik maar wist dat mijn zonden vergeven zijn”.
Zo zijn er natuurlijk meer voorbeelden te noemen. Maar wanneer u uw familielid in het verpleeghuis bezoekt, herkent u deze vragen wellicht wel. En misschien leven deze en dergelijke vragen ook bij uzelf. Het zijn dan ook ernstige zielenvragen waarop we in dit leven bij God vandaan antwoord dienen te krijgen. Niemand mag de eeuwigheid aandoen met onvergeven zonden of met een misschien. Dat duldt Gods eer niet.
Intussen kan de zonde van twijfel aangaande geloofszekerheid in het hart omhoog bruisen. Want het moet er maar op aankomen wanneer je voor de poorten van de dood ligt. Daarbij kan ik die zekerheid niet bij mijzelf vinden en bij wat ik in mijn leven gepresteerd heb, maar alleen bij de Heere en in Zijn Woord. En mag ik het ervoor houden dat alleen het bloed van Christus ook mij van al mijn zonden reinigt?
Wat een onzekerheid kan er sluimeren in het hart van een mensenkind, juist ook in het verpleeghuis. Onzekerheid over hoe het zal zijn als het uur van sterven aanbreekt. En brandt de vlam van het geloof altijd? Brandt hij helder? De satan laat niet na een mens ook in dit laatste uur aan te vallen. Denk bijvoorbeeld aan hoe Bunyan Christen en Hopende tekent wanneer ze door de Doodsjordaan gaan.
Natuurlijk voer ik hier geen pleidooi voor twijfel of onzekerheid. We moeten af van allerlei menselijke systemen en redeneringen. Dat vertroebelt de zaak alleen maar. Daar lees ik ook niets over in Gods Woord. En daar is een mens die worstelt met de dood ook bepaald niet mee geholpen. We gaan slechts uit van de pastorale praktijk. En die is dikwijls weerbarstiger dan wat de mond belijdt.
Waar wordt een bewoner dan echt door vertroost in zijn moeite en nood? Het is door de weg die de Heilige Geest ons allen laat zien in Gods Woord. En dan verschijnt vanuit dat Woord voor een mens die in zijn nood roept tot God het aangezicht van de ontfermende Zaligmaker, Jezus Christus, Die in al onze benauwdheid benauwd is geweest. Werkelijk, er is alleen bij Hem barmhartigheid te vinden.
In die weg wordt de roemtaal geboren: Door U, door U alleen, om het eeuwig welbehagen!