„Je gaat kapot aan prostitutie”
DEN HAAG. Het zou goed zijn als meer christelijke ondernemers een baan beschikbaar stelden voor vrouwen die uit de prostitutie willen stappen.
Dat zegt Brenda Moerman, manager bij de christelijke stichting De Haven. Die organisatie bezoekt prostituees in Den Haag. Zaterdag vindt de heropening van de uitvalsbasis van pastoraal centrum De Haven plaats. Het pand is gerenoveerd.
De Haven –gefinancierd door kerken, bedrijven en particulieren– heeft vijf deeltijdkrachten in dienst, onder wie drie maatschappelijk werkers. Verder zijn er 20 tot 25 vrouwen als vrijwilliger actief.
Jaarlijks hebben de mensen van De Haven zo’n 2700 ontmoetingen met prostituees, zegt Moerman. Twee keer per week bezoeken de medewerkers prostituees in de Haagse Doubletstraat en de Geleenstraat. In die straten zitten zo’n 335 vrouwen achter de ramen. De vrouwen van De Haven maken een praatje met de prostituees, lezen uit de Bijbel of bidden met hen. De prostituees in Den Haag zijn in veel gevallen van Oost-Europese of Zuid-Amerikaanse afkomst.
„Wij willen de liefde van God in woord en daad verkondigen”, vertolkt Moerman het doel van het werk van De Haven. „Wij veroordelen de vrouwen niet, we gaan naast hen staan. Onze visie en ervaring is dat je kapotgaat aan prostitutie. God heeft vrouwen daar niet voor gemaakt.”
Prostituees hebben vaak een laag gevoel van eigenwaarde, zegt Moerman. „We horen schrijnende verhalen. Vrouwen die in hun jeugd zijn misbruikt, die opgroeiden in pleeggezinnen. Die niet weten hoe ze op een gezonde manier met seksualiteit moeten omgaan. Als je dat soort verhalen hoort, zit je hart vol tranen.”
Medewerksters van De Haven proberen de prostituees erop te wijzen dat ze niet in het circuit hoeven te blijven zitten, legt Moerman uit. „Ten diepste willen vrouwen niet in de prostitutie werken. Ze noemen het verdiende geld niet voor niets vuil geld. Als een vrouw laat merken dat ze niet blij is met wat ze doet, proberen we haar ertoe te verleiden om te dromen over een leven buiten de prostitutie. De vrouwen hoeven niet achter de ramen te verpieteren. Ze zijn een uniek stukje van Gods schepping.”
Moerman trekt een vergelijking. „Ons werk, zoals het lezen uit de Bijbel met de prostituees, is als een waxinelichtje in een donkere kamer. De hele kamer wordt minder donker. Je beseft wat voor enorme duisternis er in de prostitutiebranche heerst. Je hoopt dat een prostituee de deur vindt en het licht ontdekt. Ook voor een prostituee is een waardig bestaan weggelegd. Als een vrouw de prostitutie achter zich laat, is dat een bekroning op onze inspanningen en een werk van God.”
Soms willen prostituees wel stoppen met hun werk, maar houdt het ontbreken van een vervangende baan hen tegen, weet Moerman. Daarom hoopt ze dat er zich meer christelijke ondernemers bij De Haven melden om banen ter beschikking te stellen aan prostituees die uit het circuit willen stappen. „Weet je te bereiken dat een prostituee ander werk krijgt, dan investeer je ook in een betere toekomst voor bijvoorbeeld haar nageslacht.”
Het kost soms veel moeite een prostituee zover te krijgen het werk achter de ramen te verlaten. „Ik denk aan een vrouw die wij de ijskoningin noemen. Ze zat al een jaar of twintig in de prostitutie en wilde jarenlang geen contact met ons. Totdat we toch een gesprek met haar kregen en naar haar familie vroegen. Ze besloot schoonmaakwerk te gaan doen. Ze ontdekte dat ze haar eigenwaarde terugkreeg. Ze is volledig uit de prostitutie gestapt.”
Zo’n vijf tot tien prostituees verlaten in Den Haag jaarlijks door toedoen van De Haven het circuit, vertelt Moerman.
Vorig jaar hielp De Haven een viertal prostituees aan een stap uit het prostitutiewerk. „Vanwege de economische crisis is het extra moeilijk om ander werk voor de vrouwen te vinden. Via een speciaal uitzendbureau, dat inmiddels niet meer bestaat, konden we een aantal van die vier vrouwen helpen aan een deeltijdbaantje. We hopen dat ze hun leven zonder prostitutie op de rit blijven houden.”
Dat nogal wat prostituees slachtoffer zijn van uitbuiting, staat voor Moerman buiten kijf. „Van de politie horen we dat het om 50 tot 70 procent van de prostituees gaat. Soms is het een onderbuikgevoel dat je hebt over een bepaalde prostituee. Als een vrouw angstig uit haar ogen kijkt, voortdurend haar mobieltje checkt, onder de blauwe plekken zit, kan ze in de greep zijn van een pooier aan wie ze haar geld of een deel daarvan moet afstaan.”